-
1 toeleggen
1 [erbovenop leggen] add (to)♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich toeleggen〉1 [zich bezighouden met] apply oneself (to) ⇒ set oneself (to), 〈 zich serieus toeleggen op〉 buckle down (to), 〈 zich serieus toeleggen op〉 concentrate (on)♦voorbeelden: -
2 ijver
1 [vlijt] diligence♦voorbeelden:zich vol ijver van zijn taak kwijten • apply oneself diligently to one's taskzich met ijver toeleggen op • apply oneself diligently to something -
3 zich toeleggen op
v. address oneself to, apply oneself to, take to -
4 beijveren
〈wederkerend werkwoord; zich beijveren〉 -
5 ijverig werken aan zijn taak
ijverig werken aan zijn taakVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ijverig werken aan zijn taak
-
6 ijverig
1 [vlijtig] diligent2 [fervent] zealous♦voorbeelden:1 een ijverig scholier • an industrious/a diligent pupilmen deed ijverig onderzoek • painstaking inquiries were madeijverig werken aan zijn taak • apply oneself to one's task -
7 zich met ijver toeleggen op
zich met ijver toeleggen opVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich met ijver toeleggen op
-
8 zich toeleggen op de wiskunde
zich toeleggen op de wiskundeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich toeleggen op de wiskunde
-
9 zich vol ijver van zijn taak kwijten
zich vol ijver van zijn taak kwijtenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich vol ijver van zijn taak kwijten
-
10 opgaan
3 [zich begeven naar] go4 [examen afleggen] sit (for)5 [opgegeten/opgedronken worden] go, be finished6 [juist zijn] hold good/true ⇒ apply7 [in beslag genomen worden] be wrapped up (in)♦voorbeelden:1 er ging een gemompel op in de zaal • a murmer arose in the hall/roomde trap opgaan • go up/climb the stairsdezelfde kant opgaan • go the same wayals het die kant opgaat met de maatschappij dan … • if that is the way society is going …al zijn geld is opgegaan aan de inrichting van het huis • all his money went to decorating the househet is helemaal opgegaan • it's all gone6 die stelling/vergelijking gaat niet op • that hypothesis/comparison does not hold good/waterdit gaat niet op voor arme mensen • this doesn't apply to/is not true of poor people7 zij gaan op in hun werk • they are wrapped up/absorbed in their workhelemaal opgaan in zichzelf • be totally wrapped up in oneselfbeide teams zijn in elkaar opgegaan • the two teams have mergeddoen opgaan in • merge into -
11 aanmelden
♦voorbeelden:1 bezoekers werden eerst bij de commandant aangemeld • visitors were first reported to the commandant2 gegadigden kunnen zich schriftelijk/persoonlijk aanmelden bij • candidates may apply by letter/in person toII 〈wederkerend werkwoord; zich aanmelden〉♦voorbeelden:1 hij meldde zich als de schrijver van dat pamflet aan • he made himself known as the author of the pamphlet -
12 gelden
1 [meetellen] count4 [betreffen] concern♦voorbeelden:2 de boycot deed zich gelden • the boycott took/started to take effectzijn rechten doen gelden • assert one's rightsrecht kunnen doen gelden op • be able to claim, be entitled toeen vijf geldt voor/als onvoldoende • a five counts as a failgelden als norm • be the standarddit document geldt niet als betaling • this document is not acceptable as paymentdeze wet geldt hier niet • that law doesn't apply herehetzelfde geldt voor hem • that goes for him too4 mijn opmerking geldt jouw vriend • 〈 bestemd voor〉 my remark is meant for your friend; 〈 heeft betrekking op〉 my remark concerns your friendII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [betreffen] concern♦voorbeelden: -
13 kracht
2 [vermogen om invloed uit te oefenen] power(s)3 [geestelijk/zedelijk vermogen] strength5 [macht om iets uit te werken] force♦voorbeelden:1 aan het eind van zijn krachten zijn • be totally exhausted, have no strength leftmet zijn laatste krachten • with a final effortmet vereende krachten • with combined effortsmet vernieuwde kracht • with renewed effortsal zijn krachten inspannen • exert all one's energies/strength, use all one's powerszijn krachten meten met iemand • pit one's strength against someonezijn krachten nemen met de dag af • he is fading by the dayzijn krachten sparen/verspillen • conserve/waste one's energyin kracht afnemen 〈 van wind〉 • abate, drop(weer) op krachten komen • regain one's strengthuit zijn krachten groeien • outgrow oneselfgeen kracht meer hebben (in zijn armen) • lose all the strength (in one's arms)2 de stille kracht • unseen/hidden powers(aan) argumenten/eisen kracht bijzetten (door …) • enforce arguments/claims (with/by …)zijn krachten wijden aan iets • devote one's efforts towards something4 drijvende kracht (achter) • moving force/spirit (behind)op eigen kracht • on one's own, by oneselfnieuwe krachten verzamelen • gain fresh strength(de) kracht geven om … • give the strength to …daarin ligt zijn kracht • that's his strengthzijn krachten verzamelen • gather (all) one's strength, summon up all one's strengthin de kracht van zijn leven • in one's primehet vergt veel van mijn krachten • it's a great drain on my energy5 de kracht van een betoog • the strength/cogency of an argumentde wet heeft geen terugwerkende kracht • the Act does not apply retroactivelyvan kracht zijn/worden • be/become valid/effectiveniet (meer) van kracht • invalid, ineffectual(weer) van kracht doen worden • bring (back) into effect/operation6 een ervaren kracht • an experienced worker/employee7 neer-/opwaartse kracht • downward/upward pressurevolle kracht vooruit • full steam/speed aheadop volle/halve kracht (werken) • operate at full/half speed/power -
14 adresseren
-
15 zeggen
zeggen1〈 het〉♦voorbeelden:————————zeggen22 [uitspreken] say3 [gebieden] tell4 [vinden] say6 [toezeggen] say♦voorbeelden:wat wil je daarmee zeggen? • what are you trying to say?, what are you driving at?wat ik zeggen wou • by the waywat zeg je me nou? • what's that you are telling me?, what's this?wat zegt u? • (I beg your) pardon?, sorry?wie zal het zeggen? • who can say/tell?ik kan goed timmeren, al zeg ik het zelf • I am good at carpentry, even though I say so myselfdaar is alles mee gezegd • that's all there is to itzeg het maar, het maakt mij niets uit • you decide, it makes no difference to me〈 in winkel〉 zegt u het maar • yes, please?zeg maar wanneer je wilt komen • just say when you want to comeje had een voorstel? zeg het maar • you had a suggestion? let's hear itzeg dat wel • you can say that againbij zichzelf zeggen • say/think to oneselfdat kan niet van iedereen gezegd worden • that doesn't apply to everyoneer is iets te zeggen voor een bloedonderzoek • there is a case for a blood testze zeggen zoveel • you shouldn't believe everything they/people sayzeg maar dat hij moet gaan • tell him to gomen zegt dat hij heel rijk is • he is said/reputed to be very richonder ons gezegd en gezwegen • between ourselveshoe zal ik het zeggen? • how shall I put it?nou je het zegt • now (that) you mention itaardig gezegd • nicely putzo gezegd, zo gedaan • no sooner said than donezonder iets te zeggen • without (saying) a wordzeg maar ‘Tom’ • call me ‘Tom’niets te zeggen hebben • 〈 figuurlijk〉 have no authority, hold no sway, have no sayhet voor het zeggen hebben • be in chargewat zou je zeggen van een kopje thee?/10 uur? • how about a cup of tea?/10 o'clock?wat zeg je me daarvan! • how about that!, well I never!dat is toch zo, zeg nou zelf • it is true, admit ithet zijne ervan zeggen • say one's piecewat leuk, zeg! • that's nice, isn't it!het zegt me niets • it means nothing to meen dat wil wat zeggen • and that is saying something10 laten we zeggen, dat … • let's say that …¶ zeg, wat doe jij daar nou? • hey, what do you think you're doing?
См. также в других словарях:
apply oneself — index labor, persevere, specialize Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
apply oneself to — index address (direct attention to), commit (perpetrate), endeavor, occupy (engage), undertake … Law dictionary
apply oneself — BE DILIGENT, be industrious, be assiduous, show commitment, show dedication; work hard, exert oneself, make an effort, try hard, do one s best, give one s all, buckle down, put one s shoulder to the wheel, keep one s nose to the grindstone;… … Useful english dictionary
apply oneself — (Roget s IV) v. Syn. attend to, dedicate oneself, devote oneself, address oneself, be occupied with, keep one s mind on, direct oneself to, concentrate on, persevere in, persist in, give oneself wholly to, be industrious, work at, buckle down*,… … English dictionary for students
apply oneself — if Palermo applies himself, he has an excellent shot at the scholarship Syn: be diligent, be industrious, be assiduous, show commitment, show dedication; work hard, exert oneself, make an effort, try hard, do one s best, give one s all, put one s … Thesaurus of popular words
apply oneself — work hard. → apply … English new terms dictionary
apply oneself — Syn: work hard, exert oneself, make an effort, be industrious, show dedication, buckle down, persevere, persist, concentrate; informal put one s back in it, knuckle down, get stuck in … Synonyms and antonyms dictionary
apply oneself — verb To put forth a concerted effort; to try; to focus. His parents wished hed applied himself better while he was in school … Wiktionary
apply — [ə plī′] vt. applied, applying [ME applien < OFr aplier < L applicare, to attach to < ad , to + plicare, to fold: see PLY1] 1. to put on or spread on; place so as to be touching [to apply a salve to the skin] 2. to put to some practical… … English World dictionary
apply — ► VERB (applies, applied) 1) make a formal request for something to be done, such as asking to be considered for a job. 2) bring into operation or use. 3) be relevant. 4) put (a substance) on a surface. 5) (apply oneself) put all one s … English terms dictionary
apply — appliable, adj. appliableness, n. appliably, adv. applier, n. /euh pluy /, v., applied, applying. v.t. 1. to make use of as relevant, suitable, or pertinent: to apply a theory to a problem. 2. to put to use, esp. for a particular purpose: to… … Universalium