-
1 amalgameren
-
2 amalgameren
-
3 amalgameren
v. amalgamate, combine; unite -
4 амальгамировать
vgener. amalgameren -
5 сливать
v1) gener. afgieten, aflaten, aftappen, afschenken, samendoen, samentrekken, versmelten2) liter. amalgameren -
6 соединять
v1) gener. integreren, aaneenhechten, aaneenvoegen, aansluiten, huwen, schakelen, verbinden, aaneensluiten, aanvoegen, bijeendoen, bijeenvoegen, combineren, doorverbinden (по телефону), ineenyoegen, koppelen, lieren, samenbrengen, samendoen, samentrekken, samenvoegen, unieren, verenen, verenigen, voegen2) liter. amalgameren3) eng. aaneensmeden
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский