-
1 allerliefst
♦voorbeelden:zij gaat allerliefst om met de kinderen • elle est très gentille avec les enfantsdat staat je allerliefst • cela te va à ravir2 laat me met rust, dat is mij het allerliefst • ce que je préfère, c'est que tu me laisses tranquille -
2 allerliefst
1 [zeer lief] (very) dearest/sweetest2 [liever dan iets anders] more than anything♦voorbeelden:1 een allerliefst kind • a very dear/sweet childzij ziet er allerliefst uit • she looks really sweethij wil het allerliefst acteur worden • he wants more than anything to be an actor -
3 allerliefst
-
4 allerliefst
adj. delightful, enjoyable, pleasant -
5 allerliefst
1. bnadorable, chéri2. bw -
6 dat staat je allerliefst
dat staat je allerliefst -
7 een allerliefst kind
een allerliefst kind -
8 laat me met rust, dat is mij het allerliefst
laat me met rust, dat is mij het allerliefstce que je préfère, c'est que tu me laisses tranquilleDeens-Russisch woordenboek > laat me met rust, dat is mij het allerliefst
-
9 zij gaat allerliefst om met de kinderen
zij gaat allerliefst om met de kinderenDeens-Russisch woordenboek > zij gaat allerliefst om met de kinderen
-
10 (het) allerliefst bleef ik thuis
(het) allerliefst bleef ik thuisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (het) allerliefst bleef ik thuis
-
11 een allerliefst kind
een allerliefst kinda very dear/sweet childVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een allerliefst kind
-
12 hij wil het allerliefst acteur worden
hij wil het allerliefst acteur wordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij wil het allerliefst acteur worden
-
13 zij ziet er allerliefst uit
zij ziet er allerliefst uitVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij ziet er allerliefst uit
-
14 отлично
advgener. allerliefst, tiptop, wonderwel -
15 очаровательный
adj1) gener. toverachtig, aanminnelijk, aanminnig, allerliefst, bekoorlijk, betoverend, bevallig, charmant, mooi2) colloq. beelderig, beeldig -
16 прелестный
adj1) gener. allerliefst, aanvallig, bekoorlijk, betoverend, bevallig, gracelijk, gracieus, gratieus, liefelijk, lieftallig, net, riant (вид, окрестности), snoezig, verrukkelijk2) colloq. beelderig, beeldig -
17 премило
advgener. allerliefst -
18 премилый
adjgener. allerliefst -
19 самый любимый
adjgener. allerliefst
См. также в других словарях:
Wetter — 1. Alle bösen Wetter klaren auff gegen den Abend. – Petri, II, 4. 2. Auf gut Wetter vertrau, beginnt der Tag nebelgrau. 3. Auf heiss (schwül) Wetter folgt gern der Donner. – Petri, II, 25. 4. Auf trübe Wetter folgt heiterer Himmel. – Chaos, 179.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Braut — 1. A lachete1 Braut, a woanete2 Frau. (Oberpfalz.) 1) Eine lachende. 2) Weinende. – Man hält s für ein glückliches Zeichen, wenn die Braut am Altare weint; vermuthlich darum, weil sie den Ernst des Schrittes erkennt. 2. Auff der armen braut… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon