-
1 alarmsignaal
-
2 alarmsignaal
сущ.общ. сигнал тревоги -
3 alarmsignaal
n. alarm signal, warning signal, sound which is meant to warn or alert to danger (i.e. beep or siren) -
4 alarmsignaal
osignal m d'alarme -
5 alarmsignaal
• alarm signal -
6 alarm signal
alarmsignaal,alarmtoon -
7 alarm signal
alarmsignaalweksignaal -
8 сигнал тревоги
ngener. alarmsein, alarmsignaal -
9 alarm
raket dat infrarode straling uitzendt gericht op doelen die warmte afgevenALARM (Air-Launched Anti-Radiation Missile)alarm1[ əla:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 alarm ⇒ schrik, paniek2 alarm ⇒ waarschuwing, alarmsignaal3 wekker♦voorbeelden:take alarm at • opschrikken van, in paniek raken bij2 give/raise/sound the alarm • alarm geven/slaan————————alarm2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 alarmeren ⇒ opschrikken, verontrusten -
10 tocsin
-
11 sounding the alarm
het geven van een alarmsignaal -
12 signal
signal [sienjaal],signaux [sienjoo]〈m.〉1 signaal ⇒ sein, (verkeers)teken♦voorbeelden:1 signal d'alarme • alarmsignaal; noodremsignal d'arrêt • stoptekensignal de danger • waarschuwingsbordsignal de détresse, d'urgence • noodseinles signaux de sa voiture • de lichten van zijn autosignaux routiers • verkeerstekensbrûler les signaux • door het stoplicht rijdendonner le signal du départ • het startsein gevenmsignaal, sein, teken -
13 signal d'alarme
signal d'alarmealarmsignaal; noodrem -
14 сигнал тревоги
ngener. alarmsein, alarmsignaal -
15 knipperlicht
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский