-
1 farm land
akkerland -
2 cropland
-
3 arable
adj. bebouwbaar; ploegbaar[ ærəbl] -
4 smallholding
n. landgebied gebruikt voor bebouwen maar kleiner dan een typische boerderijsmallholding〈Brits-Engels; landbouw〉 -
5 tilth
-
6 disboscation
n. het omleggen van bosland in puinvrij land of akkerland; verwijdering van een bos -
7 itinerant agriculture
ambulante agricultuur, soort van bewerking van het land door zwervende boeren die bewerkt land achterlaten en nieuw akkerland vormen door ontbossen of verbranden van bossen (karakteristiek voor de regenwouden)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский