-
1 afzeilen
1 [ergens heen zeilen] mettre les voiles (vers)♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 op iemand afzeilen • se diriger vers qn.van een haven afzeilen • quitter un portII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [zeilend afleggen] parcourir (qc.) à la voile -
2 naar een bestemming afzeilen
naar een bestemming afzeilen -
3 op iemand afzeilen
op iemand afzeilense diriger vers qn. -
4 van een haven afzeilen
van een haven afzeilen
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Русский
- Французский