-
1 afwatering
1 [het afvoeren van water] drainage♦voorbeelden: -
2 afwatering
-
3 afwatering
обезвоживание; отвод воды, дренаж; водосток; отвод; спуск воды* * *сущ.общ. водосток, отвод, обезвоживание, спуск воды -
4 afwatering
n. drainage, emptying of liquid -
5 afwatering
akaçlama s -
6 afwatering
-
7 een gebied met externe afwatering
een gebied met externe afwateringVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gebied met externe afwatering
-
8 een gemetselde afwatering
een gemetselde afwateringVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gemetselde afwatering
-
9 odvodnjavanje
afwatering -
10 drainage
-
11 дренаж
drainage ; afwatering, afvoer, waterafvoer -
12 водосток
ngener. afwatering, geul, kolk, waterafvoer, spijer, spui, waterlozing -
13 обезвоживание
ngener. waterafvoer, afwatering -
14 отвод
n1) gener. afleiding, afwatering, deriyatie, lozing (âîäû), (кандидатуры) afwijzing, disclaimer2) law. (судье, свидетелю) wraking -
15 спуск воды
ngener. afwatering -
16 drainage
-
17 écoulement
écoulement [eekoelmã]〈m.〉1 (het) weg-, uitstromen ⇒ afwatering, lozing, afvoer3 (het) verstrijken ⇒ (het) voorbijgaan, verloop♦voorbeelden: -
18 égouttage
-
19 водосток
ngener. afwatering, geul, kolk, waterafvoer, spijer, spui, waterlozing -
20 обезвоживание
ngener. waterafvoer, afwatering
- 1
- 2