-
1 wheedle
v. flikflooien, vleien; door lief praten er toe brengen om-; iemand iets aftroggelen[ wie:dl]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 tease
n. plaaggeest; het lastig vallen--------v. pesten, lastig vallentease1[ tie:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 flirt————————tease2〈 werkwoord〉1 plagen ⇒ lastig vallen, pesten♦voorbeelden:1 tease someone to do something • iemand aanzetten/pressen iets te doentease someone for something • iemand lastig vallen om -
3 wheedle a promise out of someone
wheedle a promise out of someone
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский