-
1 afschermen
1 faire écran à (qc.)♦voorbeelden:1 een atoomreactor moet goed zijn afgeschermd • un réacteur nucléaire doit être soigneusement blindélicht afschermen • masquer les lumières〈 figuurlijk〉 iemand voor iets afschermen • protéger qn. de qc. -
2 iemand voor iets afschermen
iemand voor iets afschermenprotéger qn. de qc. -
3 licht afschermen
licht afschermen -
4 beveiligen
1 [afschermen tegen] abriter (de)2 [beschermen] protéger (contre, de)♦voorbeelden:artikelen beveiligen tegen diefstal • protéger des articles contre le vol
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский