-
1 afrekenen
1 régler♦voorbeelden:ober, afrekenen! • garçon, l'addition s'il vous plaîtmet de bakker afrekenen • payer la note du boulanger¶ met iemand, iets afgerekend hebben • en avoir fini une fois pour toutes avec qn., qc. -
2 afrekenen
1 settle (up) ⇒ settle/pay one's bill/account(s)♦voorbeelden:1 ober, afrekenen! • waiter, the bill please! -
3 afrekenen
расправиться; вычитать; отнимать; удерживать; расплачиваться; сводить счёты* * *(d)met iem. áfrekenen — рассчитаться с кем-л. (тж. перен.)
* * *гл.общ. вычитать, расплачиваться, отнимать, сводить счёты, удерживать -
4 afrekenen
I.abrechnenII.bezahlen -
5 afrekenen
v. pay a bill; square up; assassinate, intentionally murder someone (Slang) -
6 afrekenen
wwrègler (la note), paier (l'addition) -
7 afrekenen met
v. finish with, deal with -
8 ober, afrekenen graag!
ober, afrekenen graag!garçon, l'addition s'il vous plaît!————————ober, afrekenen graag!garçon, l'addition, s'il vous plaît! -
9 definitief met het verleden afrekenen
Deens-Russisch woordenboek > definitief met het verleden afrekenen
-
10 ik moet mijn hotel afrekenen
ik moet mijn hotel afrekenen -
11 met de bakker afrekenen
met de bakker afrekenen -
12 ober, afrekenen!
ober, afrekenen!garçon, l'addition s'il vous plaît -
13 definitief met iemand afrekenen
definitief met iemand afrekenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > definitief met iemand afrekenen
-
14 вычитать
vgener. afhouden, afrekenen, aftrekken, korten, in mindering brengen -
15 отнимать
-
16 расплачиваться
vgener. afdoen, afrekenen, aanzuiveren, afbetalen, verrekenen -
17 сводить счёты
vgener. afrekenen, verrekenen (с кем-л.) -
18 удерживать
vgener. aanhouden, afhouden (от чего-л.), behouden, houden, onthouden, ophouden, reserveren, uithouden, weren, achterwege houden, afrekenen, in mindering brengen, inhouden, korten (деньги и т.п.), staande houden, terughouden, vasthouden, wederhouden, weerhouden -
19 afrekening
2 [figuurlijk] règlement de compte -
20 definitief
♦voorbeelden:ergens definitief van afzien • faire une croix sur qc.hij heeft zich definitief op het platteland gevestigd • il s'est installé en permanence à la campagnehet is definitief afgelopen • c'est fini et bien finiik weet het definitief • j'en suis sûr et certaindefinitief met het verleden afrekenen • faire table rase du passé
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Hans Van Themsche — (born 7 February 1988 in Wilrijk, Antwerp, Flemish Region of Belgium) was, at age 18, a student who, in the city of Antwerp, shot three people; life threateningly injuring one and killing two, before being stopped by a police bullet. His… … Wikipedia