-
1 p.p. от aflopen
gener. afgelopen -
2 сбежать
aflopen, afrennen ; weglopen, ontvluchten -
3 истекать
aflopen, verstrijken -
4 истечь
aflopen, verstrijken -
5 истекать
aflopen, verstrijken -
6 истечь
aflopen, verstrijken -
7 спускать
v1) gener. aflopen (о пружине), afstrijken, losdoen (собак), losmaken (собак), spuien (âîäó), afhalen (âíèç), aflaten, (флаг) inhalen, laten aflopen (завод часов), laten vallen, neerlaten, neerslaan2) navy. neerhalen -
8 завершаться
voltooid worden, aflopen -
9 завершиться
voltooid worden, aflopen -
10 заканчивать
(be)eindigen, voltooien, aflopen, afmaken, afronden -
11 закончить
(be)eindigen, voltooien, aflopen, afmaken, afronden -
12 идти
gaan, lopen, komen ; staan ; nodig zijn ; voorbijgaan, aflopen -
13 кончить
beeindigen, voltooien, aflopen -
14 кончать
beeindigen, voltooien, aflopen -
15 обойти
omgaan, omtrekken, om iets, iem, heen gaan ; ontwijken, overslaan ; te kort doen ; voorbijstreven, voor zijn ; aflopen -
16 обходить
omgaan, omtrekken, om iets, iem, heen gaan ; ontwijken, overslaan ; te kort doen ; voorbijstreven, voor zijn ; aflopen -
17 окончить
(be)eindigen, afsluiten, aflopen -
18 окончиться
eindigen, aflopen -
19 прекратиться
eindigen, ophouden, aflopen -
20 быть не совсем горизонтальным - отклоняться
vgener. aflopenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > быть не совсем горизонтальным - отклоняться
См. также в других словарях:
Alten (die) — 1. Alten kann man wol vorlaufen, aber nicht vorrathen. Oft findet sich aber das Alter früher im Kopfe als in den Beinen ein. 2. Alten muss man ihre Weise lassen. It.: E più facile rovesciar un pozzo, che riformar un vecchio. 3. Alten und Kindern… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Horn — 1. Am Horn fasst man den Ochsen, beim Wort den Mann. Holl.: Bij de hoornen vangt (vat, bindt) men den os, bij het woord den man. ( Harrebomée, I, 334.) 2. Am Horn merkt man das Hirn. – Heyl, 439. 3. Besser bei den Hörnern festhalten, als beim… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon