-
1 afkoken
1 [met betrekking tot aardappels] boil to mushII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:groenten afkoken • boil vegetables down -
2 afkoken
-
3 afkoken
развариться; отваривать; вываривать* * *гл.общ. вываривать, отваривать -
4 afkoken
v. boil down, decoct, diminish via boiling -
5 groenten afkoken
groenten afkoken -
6 beenderen afkoken
beenderen afkokenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > beenderen afkoken
-
7 groenten afkoken
groenten afkokenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > groenten afkoken
-
8 вываривать
vgener. uitkoken, afkoken -
9 отваривать
vgener. aftrekken, afkoken
См. также в других словарях:
Afkoken — Greene / Kreiensen • Picknick im Freien, Abkochen ostfälisches Platt … Plattdeutsch-Hochdeutsch