-
1 avkyla
afkoelen -
2 kallna
afkoelen -
3 sval
afkoelen -
4 остывать
afkoelen, koud worden -
5 to cool
afkoelenkoelen -
6 to cool down
afkoelenkoelen -
7 chill
adj. kou--------n. kilte; koelte; kippevel--------v. kou vatten; verkouden wordenchill1[ tsjil] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————chill2→ chilly chilly/————————chill3II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
8 rafraîchir
rafraîchir [raafresĵier]1 afkoelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 le temps s'est bien rafraîchi • het is frisser geworden, afgekoeldv1) (af)koelen2) opknappen3) verfrissen4) opfrissen -
9 refroidir
refroidir [rəfrwaadier]1 afkoelen ⇒ ver-, bekoelen, koud wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)koelen ⇒ verkoelen, kouder maken2 bekoelen ⇒ doen afnemen, verflauwen3 verflauwen ⇒ afnemen, bekoelen1. v1) (af)koelen2) bekoelen, doen afnemen3) vermoorden2. se refroidirv2) kou vatten3) bekoelen, afnemen -
10 abkühlen
abkühlenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af)koelen ⇒ bekoelen, koel(er) maken♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
11 охладить
laten afkoelen, koud maken -
12 охлаждать
laten afkoelen, koud maken -
13 стынуть
koud worden, afkoelen -
14 стыть
koud worden, afkoelen -
15 освежать
vgener. laven, opfleuren (о дожде), opfrissen, verfrissen, afkoelen, opfrissen (в памяти), opluchten, verkoelen, verversen -
16 остужать
vgener. afkoelen, verkoelen -
17 остывать
vgener. afkoelen, afsterven (о чувстве), verkoelen, verslaan (о напитках), bekoelen -
18 охлаждать
vgener. bekoelen, blussen (раскалённый металл), frapperen, koelen, verkillen, verkoelen, afkoelen -
19 похолодать
vgener. afkoelen -
20 anneal
v. smeden, verharden (laten afkoelen na verwarming)[ ənie:l] 〈 techniek, technologie〉
Страницы
- 1
- 2