-
21 kaartje
2 [toegangskaartje, plaatsbewijs] ticket♦voorbeelden: -
22 licentie
-
23 pluizen
-
24 promesse
♦voorbeelden: -
25 roken
1 [rook afgeven] smoke2 [dampen] steam♦voorbeelden:2 [pregnant] [rokend drugs gebruiken] smoke♦voorbeelden:1 stoppen met roken • stop/give up smokingverboden te roken • no smokingminder gaan roken • cut down on smokinggelieve niet te roken • thank you for not smoking♦voorbeelden: -
26 splinteren
2 [splinters afgeven] splinter -
27 stomen
1 [damp afgeven] steam♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [gaar maken; bewerken met stoom] steam2 [reinigen] dry-clean3 [micro-organismen doden] fumigate♦voorbeelden:een postzegel van een enveloppe af stomen • steam a stamp off an envelope -
28 uitwasemen
2 [damp afgeven] 〈 waterdamp〉 steam; 〈 andere damp〉 fume ⇒ 〈 van huid〉 perspire, 〈 plantkunde〉 transpireII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [als wasem verspreiden] exhale
Страницы
- 1
- 2