-
21 опускаться
vgener. afdalen, afvallen (о руках), afzinken (тж. перен.), dalen, inkalven (о дамбе, плотине), inzinken, neerdalen, (листья, снежинки) neerdwarrelen, neergaan, neerzinken, zinken -
22 понижаться
vgener. afslaan, teruglopen, zakken (о цене), afdalen, dalen, verlagen, zinken -
23 снисходить
vgener. afdalen tot -
24 спускаться
vgener. afdalen, aftreden, aftrekken, afwandelen, afzakken, dalen, neerstrijken, zakken, afgaan, afhellen, afklimmen, aflopen, afstijgen, afstromen, afzijgen, ladderen (о петлях на чулках), naar beneden komen, neerdalen, neergaan, neerkomen, zich laten zakken, zinken -
25 сходить
vgener. afstijgen, stappen (van-ñ), afdalen, afwijken (с правильного пути), afzitten (с лошади), dalen, naar beneden komen, neerkomen, uitstappen (из вагона, с парохода и т.п.) -
26 удостаивать
vgener. vereren, afdalen tot, toewijzen (звания, награды), verwaardigen, waarderen, waardig achten, waardig keuren -
27 afgaan
1 [afdalen] descendre2 [+ op][afstappen op] aborder (qn.)3 [+ op][zich laten leiden door] se fier (à)4 [+ van][weggaan] quitter5 [verminderen] diminuer6 [afgenomen worden van een geheel] être déduit7 [van wapen] partir8 [van wekker] sonner9 [een gek figuur slaan] chuter10 [afgelegd worden] être enlevé♦voorbeelden:→ link=doel doelgeweldig afgaan • faire piètre figuredat gaat hem handig af • il s'en tire bien -
28 afkomen
1 [+ van][zich verwijderen] sortir (de)2 [+ op][toegaan naar] s'avancer (vers)4 [bevrijd raken] se tirer (de)5 [ten einde komen] s'achever6 [Algemeen Zuid-Nederlands][langs komen] passer♦voorbeelden:zij konden niet van het eiland afkomen • ils ne pouvaient plus quitter l'île2 afkomen op iemand • s'approcher de qn.de muggen komen op het licht af • les moustiques sont attirés par la lumièreeen weg afkomen • descendre une rueer gemakkelijk afkomen • s'en tirer facilementik kon niet van hem afkomen • je n'arrivais pas à me débarrasser de lui5 komt dat werk nooit af? • ce travail ne finira-t-il jamais?6 kom eens af • passe me (, nous) voir un de ces jours -
29 bijzonder
1 [niet gewoon] particulier/particulière (< afkorting> part.)⇒ spécial (< afkorting> spéc.)♦voorbeelden:een bijzonder kind • un enfant spécialeen zeer bijzonder verschijnsel • un phénomène exceptionneleen bijzondere vriendschap • une amitié peu communemet bijzondere zorg • avec une attention particulièrehij was altijd een beetje bijzonder • il était toujours un peu bizarrehet is niets bijzonders • 〈 niets ongewoons〉 ce n'est rien de spécial; 〈 niets van betekenis〉 ça n'a aucune importancein het bijzonder • en particuliervan het algemene tot het bijzondere afdalen • aller du général au particulierII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:2 iemand bijzonder aanbevelen • recommander vivement qn. -
30 mijn
mijn1〈de〉♦voorbeelden:in de mijnen werken • travailler à la minein de mijn afdalen • descendre dans la mine————————mijn21 [bijvoeglijk gebruikt]mon, ma, mes2 [zelfstandig gebruikt]le mien, la mienne♦voorbeelden:1 mijn God! • mon Dieu!mijns inziens • à mon avismijn moeder • ma mèrede mijnen • les miensdaar moet ik het mijne van weten, hebben • je veux en avoir le coeur netik heb het mijne gedaan • j'ai fait ce que j'ai puik zal het mijne doen • je ferai (tout) mon possible -
31 afdak
abri, hangar afdalen langs een descendre en rappel -
32 afgaan
5 [in werking gebracht worden] go off6 [gedaan worden] 〈zie voorbeelden 6〉7 [een gek figuur slaan] lose face, flop, fail♦voorbeelden:afgaande op wat hij zegt • judging by what he saysop zijn gevoel afgaan • play it by ear3 van het toneel afgaan • go off, leave the stagevan school afgaan • leave schoolik ga volgend jaar van hockey af • I'm giving up hockey next year4 daar gaat 10 % van af • 10 % is taken off thathet vuil wil er niet afgaan • the dirt won't come off6 dat gaat hem gemakkelijk af • it comes easy/easily to himII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [geheel/allemaal langsgaan] go along the line♦voorbeelden: -
33 afglijden
3 [vlug en stil afdalen] glide down♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 hij was steeds verder afgegleden in … • he had slid/slipped further and further into … -
34 afkomen
1 [zich verwijderen] come off/away (from)2 [+ op] [toegaan naar] come up to/towards3 [afdalen] come down4 [ontslagen, bevrijd raken] get rid of ⇒ be done/finished with 〈 iets vervelends〉, 〈 ontsnappen〉 get off/away, get out of 〈 uitnodiging, verplichting〉♦voorbeelden:de muggen komen op het licht af • mosquitoes are drawn/attracted to the lightzij zag de auto recht op zich afkomen • she saw the car heading straight for her/coming straight at her3 een weg/een rivier afkomen • come down a road/a riverer met de schrik van afkomen • get off with only a scareik kon niet van hem afkomen • I couldn't shake him off/get rid of him¶ wanneer komt die benoeming af? • when will that appointment come through? -
35 mijn
mijn1〈de〉♦voorbeelden:1 mijnen leggen/vegen • lay/sweep mineseen mijn ontginnen/exploiteren • work/exploit a mineonze kust ligt vol mijnen • our coast is heavily minedbij de mijn werken • work for a mining companyin de mijnen werken • work in the minesin de mijn afdalen • go down into the mine/pitop een mijn lopen • strike/hit a mine————————mijn21 [van mij] my2 [zelfstandig (gebruikt)] mine♦voorbeelden:mijn plicht roept • duty calls meik en de mijnen • me and my family/peopledaar moet ik het mijne van weten/hebben • I must get to the bottom of thisik heb het mijne gedaan • I've done my share/partik zal het mijne doen • I'll do my bit/what I canik denk er het mijne van • I have my own opinion about this
Страницы
- 1
- 2