-
1 achterlaten
♦voorbeelden:1 een bericht/boodschap achterlaten • leave a note/message, leave wordeen slechte indruk achterlaten bij iemand • leave someone with a poor/bad impressioniemand verbaasd achterlaten • leave someone astoundedde achtergelatenen • the survivors -
2 achterlaten
v. leave, leave behind, vacate -
3 bericht achterlaten dat
bericht achterlaten datVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bericht achterlaten dat
-
4 diepe/zware sporen achterlaten
diepe/zware sporen achterlatenleave deep marks/scars/woundsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > diepe/zware sporen achterlaten
-
5 een bericht/boodschap achterlaten
een bericht/boodschap achterlatenleave a note/message, leave wordVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bericht/boodschap achterlaten
-
6 een boodschap voor iemand achterlaten
een boodschap voor iemand achterlatenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een boodschap voor iemand achterlaten
-
7 een diepe indruk maken/achterlaten
een diepe indruk maken/achterlatenmake/leave a deep impressionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een diepe indruk maken/achterlaten
-
8 een goede/slechte indruk achterlaten
een goede/slechte indruk achterlatenleave a good/bad impressionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een goede/slechte indruk achterlaten
-
9 een slechte indruk achterlaten bij iemand
een slechte indruk achterlaten bij iemandleave someone with a poor/bad impressionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een slechte indruk achterlaten bij iemand
-
10 iemand verbaasd achterlaten
iemand verbaasd achterlatenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand verbaasd achterlaten
-
11 iemand/iets onbeschermd achterlaten
iemand/iets onbeschermd achterlatenleave someone/something unprotectedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand/iets onbeschermd achterlaten
-
12 iets onbeheerd achterlaten
iets onbeheerd achterlatenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets onbeheerd achterlaten
-
13 zijn kaartje afgeven/achterlaten
zijn kaartje afgeven/achterlatenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn kaartje afgeven/achterlaten
-
14 zijn visitekaartje achterlaten
zijn visitekaartje achterlaten〈 figuurlijk〉 leave one's (visiting) card/marksVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn visitekaartje achterlaten
-
15 zijn zaken in wanorde achterlaten
zijn zaken in wanorde achterlatenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn zaken in wanorde achterlaten
-
16 nalaten
2 [werking, invloed achterlaten] leave (behind)3 [niet doen] refrain from (-ing)5 [verzuimen] fail (to) ⇒ neglect (to, -ing)♦voorbeelden: -
17 bericht
1 message ⇒ notice, communication, 〈 met betrekking tot nieuwsberichten〉 report, 〈 met betrekking tot nieuwsberichten〉 news♦voorbeelden:bericht van verhindering • apology for absencebinnenlandse/buitenlandse berichten • domestic/foreign newsgemengde berichten • short news itemseen kort berichtje • a short itemvolgens de laatste berichten • according to the latest reportstot nader bericht • until further noticeu krijgt telefonisch/schriftelijk bericht • you will be informed by telephone, you will receive written notice/notificationbericht achterlaten dat • leave a message thatik hoor daar alleen maar goede berichten over • I've heard nothing but good (reports) about itbericht krijgen • receive worduit Parijs kwam het bericht dat • from Paris it is reported thathet bericht luidde dat • the message said thatbericht ontvangen (over) • receive word (about)iemand bericht sturen (dat men verhinderd is) • send (someone) word (that one is unable to come)het bericht deed de ronde dat • the news got around that -
18 boodschap
3 [bericht; mededeling met een strekking] message♦voorbeelden:die kun je wel om een boodschap sturen • 〈 figuurlijk〉 you can leave things to him/herkan ik de boodschap aannemen/overbrengen? • can I take/give a message?een boodschap voor iemand achterlaten • leave a message for someoneeen boodschap krijgen • get a messageiemands boodschap overbrengen • deliver a message for someoneeen roman met een boodschap • a novel with a messagezwijgen is de boodschap • mum's the wordgeen boodschap aan iets/iemand hebben • not want to have anything to do with something/someone -
19 diep
diep1〈 het〉2 [vaargeul] channel3 [vaart] canal————————diep22 [zich ver naar beneden/achteren uitstrekkend] deep3 [met betrekking tot geluiden] deep♦voorbeelden:1 met diepe eerbied • with deep/profound respectdiep medelijden met iemand hebben • deeply sympathize with someonediepe minachting • profound contempt2 een diep bord • a deep/soup plateeen diepe kast/kamer • a deep cupboard, a long room〈 figuurlijk〉 er gaapt een diepe kloof tussen die twee • there is a deep rift between the two of themtwee meter diep • two metres deephet water is hier diep • the water is deep herehet diepe • the deep endII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉2 [ver naar achteren gelegen] deep3 [met betrekking tot kleuren] deep♦voorbeelden:in diepe gedachten/ diep gepeins verzonken • (sunk) deep in thoughteen diepe indruk maken/achterlaten • make/leave a deep impressionalles was in diepe rust • everything was utterly peacefuleen diepe slaap • a deep sleepeen diep stilzwijgen bewaren • maintain complete silencein zijn diepste wezen • in the depths of one's beingeen diepe zucht • a deep sighdiep in iets doordringen • penetrate something deeplydiep nadenken • think hardhet zit niet erg diep bij hem • 〈 met betrekking tot verdriet, geloof enz.〉 his sadness (belief etc.) doesn't go very deepdiep in zijn hart • deep (down) in one's heartdiep in het bos • in the depths of the forestuit het diepste van zijn hart • from the bottom of one's hearttot in het diepste van zijn ziel geroerd • moved to the depths of one's soul2 [zeer] deeply♦voorbeelden:dat vooroordeel is diep geworteld • it's a deep-rooted prejudicete diep in het glaasje hebben gekeken • have had one too manydeze boot ligt vier voet diep • this ship draws four feet of waterdiep onder de dekens kruipen • creep right down under the blanketshij is diep verontwaardigd • he is deeply indignantdiep in de schulden zitten • be deep in debttot diep in de nacht • deep into the night -
20 indruk
♦voorbeelden:een eenzame indruk maken • have an air of lonelinesseen goede/slechte indruk achterlaten • leave a good/bad impressioneen onuitwisbare indruk • an indelible impressioneen vage indruk van iets • a vague impression of somethingeen valse/verkeerde indruk geven • give a false/wrong impressionik kon niet aan de indruk ontkomen dat • I could not escape the impression thatdat geeft/wekt de indruk … • that gives/creates the impression that …ik heb de indruk dat • I am under/I have the impression that, I gather thatik kreeg de indruk dat • I got the impression thateen indruk van iets krijgen • get an impression of somethingiets doen om indruk te maken • do something to make an impression/for effectonder de indruk komen/raken van • be impressed by/withvatbaar voor indrukken • impressionableweinig indruk maken op iemand • make little impression on someone2 op de sneeuw waren indrukken van vogelpootjes zichtbaar • in the snow the prints/imprints of birds' feet were visible
- 1
- 2