-
1 achterlaten
-
2 achterlaten
wwlaisser, quitter, abandonner -
3 een onuitwisbare herinnering achterlaten
een onuitwisbare herinnering achterlatenDeens-Russisch woordenboek > een onuitwisbare herinnering achterlaten
-
4 iemand onbevredigd achterlaten
iemand onbevredigd achterlatenlaisser qn. sur sa faim -
5 iemand verbaasd achterlaten
iemand verbaasd achterlatenlaisser qn. interdit -
6 iets onbeschermd achterlaten
iets onbeschermd achterlatenabandonner qc. (à découvert) -
7 schulden achterlaten
schulden achterlaten -
8 sporen achterlaten
sporen achterlaten -
9 z'n auto onbeheerd achterlaten
z'n auto onbeheerd achterlaten -
10 zijn visitekaartje achterlaten
zijn visitekaartje achterlaten -
11 nalaten
1 [bij overlijden achterlaten; invloed achterlaten] laisser2 [niet doen; verzuimen] négliger de♦voorbeelden:2 niet nalaten te … • ne pas laisser de …→ link=doen doen -
12 herinnering
♦voorbeelden:oude herinneringen ophalen • évoquer le passéeen vage herinnering • un souvenir confuseen herinnering van zich afzetten • chasser un souvenirik heb aan die gebeurtenis geen enkele herinnering • je n'ai gardé aucun souvenir de cet événementzover mijn herinnering reikt • d'aussi loin que je me souviennede herinnering aan iets levendig houden • perpétuer le souvenir de qc.neem dit als een herinnering aan ons • accepte ceci en souvenir de nousiets in herinnering brengen • 〈 eraan doen denken〉 remettre qc. à l'esprit (de qn.); 〈 het vermelden〉 rappeler qc.hij zal in de herinnering blijven voortleven • il restera vivant dans notre souveniriets in zijn herinnering voor zich zien • évoquer le souvenir de qc.ter herinnering aan • en souvenir de -
13 onbeheerd
-
14 onbeschermd
-
15 onbevredigd
-
16 spoor
I 〈de〉♦voorbeelden:II 〈 het〉♦voorbeelden:het spoor bijster zijn • 〈 jacht〉 avoir perdu la trace; 〈 weg kwijt〉 s'être égaré; 〈 niet meer weten wat te doen〉 être déroutéop het goede spoor zijn • être sur la bonne pisteop een verkeerd spoor zitten • être sur une mauvaise pistesporen achterlaten • laisser des tracessporen vertonen van iets • porter les traces de qc.〈 figuurlijk〉 iemands spoor volgen • suivre les traces de qn.iets, iemand op het spoor zijn • être sur la trace de qc., de qn.〈 figuurlijk〉 iemand op het spoor komen • dépister qn.3 iemand op het goede spoor brengen • mettre qn. sur la voiehet rechte spoor • la bonne voieiemand op een verkeerd spoor brengen • induire qn. en erreuriets per spoor verzenden • envoyer qc. par voie ferrée¶ geen spoor van … • pas l'ombre de … -
17 visitekaartje
2 [figuurlijk] 〈 zaak〉 ± image 〈v.〉 de marque⇒ vitrine 〈v.〉 〈 persoon〉 ambassadeur 〈m.〉, ambassadrice 〈v.〉♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на французский
с французского на нидерландский- С французского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский