Перевод: с нидерландского на английский

accorderen

1 accorderen

accorderen

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [overeenstemmen] agree ⇒ 〈 onpersoonlijk〉 tally (with)

2 [met elkaar overweg kunnen] get on (with someone)

3 [een vergelijk treffen] reach agreement (with) ⇒ come to terms (with)

4 [muziek] harmonize ⇒ be in harmony (with)

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [vergelijken] collate ⇒ check (out/up)

♦voorbeelden:

1 rekeningen accorderen • 〈 ook〉 balance accounts

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > accorderen
2 accorderen

v. agree, consent; fit

Holandés-inglés dicionario > accorderen
3 rekeningen accorderen

rekeningen accorderen

〈 ook〉 balance accounts

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > rekeningen accorderen

François Caron — François Caron, (* um 1600 in Brüssel; † 5. April 1673 auf See), Sohn französischer Hugenottenflüchtlinge, stieg in Diensten der Niederländischen Ostindien Kompanie vom Küchenjungen bis zum Generaldirektor auf, schied aber dann nach… … Deutsch Wikipedia
Herz — 1. Ae frühlich Hatz, en fresche Moth magd Scha (Schaden) wier jod, hölpt ouch noch witt enn schlête Zitt. (Aachen.) – Firmenich, III, 232. 2. Auf einem traurigen Herzen steht kein fröhlicher Kopf. – Heuseler, 83. Dän.: Et sorrigfuld hierte er… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon