-
1 acclimatise
v. aan nieuwe omgeving aanpassen; zich aanpassen (ook "acclimatize")→ acclimatize acclimatize/————————acclimatize, acclimatise[ əklajmətajz] 〈zelfstandig naamwoord: acclimatization〉1 acclimatiseren ⇒ (doen) wennen aan een ander klimaat/andere omgeving♦voorbeelden: -
2 acclimatize
v. aan nieuwe omgeving aanpassen; zich aanpassen (ook "acclimatise")acclimatize, acclimatise[ əklajmətajz] 〈zelfstandig naamwoord: acclimatization〉1 acclimatiseren ⇒ (doen) wennen aan een ander klimaat/andere omgeving♦voorbeelden: -
3 naturalize
v. naturaliseren; inburgeren; acclimatiseren (dier- en plantkunde)naturalize, naturalise[ nætsjrəlajz] 〈zelfstandig naamwoord: naturalization〉♦voorbeelden:2 many English words have been naturalized in/into Dutch • veel Engelse woorden zijn in het Nederlands ingeburgerd geraakt3 rabbits have become naturalized in Australia • konijnen zijn in Australië een inheemse diersoort geworden -
4 settle in
zijn nieuwe woning betrekken; zich redden, zich installeren, acclimatiserensettle in————————settle in -
5 acclimate
v. acclimatiseren, wennen -
6 naturalization
n. het inburgeren; het acclimatiseren -
7 reacclimate
v. Opnieuw acclimatiseren
См. также в других словарях:
akklimatisieren — Vsw std. (19. Jh.) mit Adaptionssuffix. Mit dem Adaptions Suffix isieren entlehnt aus frz. acclimater, einer Präfixableitung zu frz. climat Klima (Klima). Ebenso nndl. acclimatiseren, ne. acclimatize, nfrz. acclimater, nschw. acklimatisera,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache