-
1 aanvoer
3 [buis, kanaal] supply pipe♦voorbeelden:wij verwachten nieuwe aanvoer • we are expecting new supplies -
2 aanvoer
n. supply, delivery, import, arrival, landing -
3 aanvoer
• feed• supply -
4 aanvoer
supply, convey, conduct, bring forward -
5 aanvoer
-
6 aanvoer- en afvoeranalyse
• input/output analysisNederlands-Engels Technisch Woordenboek > aanvoer- en afvoeranalyse
-
7 de aanvoer is verstopt
de aanvoer is verstoptVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de aanvoer is verstopt
-
8 de aanvoer staken
de aanvoer stakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de aanvoer staken
-
9 de aanvoer van levensmiddelen
de aanvoer van levensmiddelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de aanvoer van levensmiddelen
-
10 de aanvoer van voedsel stokt
de aanvoer van voedsel stoktVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de aanvoer van voedsel stokt
-
11 de stremming van de aanvoer
de stremming van de aanvoerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de stremming van de aanvoer
-
12 een geregelde aanvoer
een geregelde aanvoera constant/steady flow/supplyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een geregelde aanvoer
-
13 wij verwachten nieuwe aanvoer
wij verwachten nieuwe aanvoerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wij verwachten nieuwe aanvoer
-
14 aanvoerder
aanvoerder, aanvoerster2 [iemand die de aanvoer regelt] supplier -
15 elektrische leiding
elektrische leidingelectric wire/cable; 〈 bedrading〉 (electric) wiring; 〈 hoofdleiding〉 electricity main(s); 〈 voor aanvoer stroom〉 power lineVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > elektrische leiding
-
16 geregeld
♦voorbeelden:1 een geregelde aanvoer • a constant/steady flow/supplyhij komt geregeld te laat • he is often/regularly lateII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [geordend] regular♦voorbeelden:2 een geregeld huishouden • an orderly/a well-ordered householdeen geregeld leven gaan leiden • settle down, start keeping regular hours -
17 leiding
2 [bestuur] direction ⇒ 〈 van een onderneming〉 management, 〈 bestuurders ook〉 managers, 〈 bestuurders ook〉 (board of) directors, 〈 leiders〉 leadership4 [sport] [koppositie] lead♦voorbeelden:1 belast zijn met de leiding van de vergadering • preside over/chair the meetingonder zijn bekwame leiding • under his (cap)able leadershipleiding geven (aan) • direct 〈 werkzaamheden〉; lead 〈 team〉; manage, run 〈 bedrijf〉; govern 〈 volk, vereniging〉; preside over/chair 〈 vergadering〉iemand de leiding geven • put someone in chargewie heeft er hier de leiding? • who's in charge here?de jeugd heeft meer leiding nodig • young people need more guidanceleiding kunnen geven • have leadership qualitieszelf de leiding nemen • take matters/things into one's own handshet orkest onder leiding van A. • the orchestra conducted by A.3 bovengrondse/ondergrondse leiding • aboveground/underground pipes/cables; 〈 elektriciteit bovengronds〉 overhead wires, lineelektrische leiding • electric wire/cable; 〈 bedrading〉 (electric) wiring; 〈 hoofdleiding〉 electricity main(s); 〈 voor aanvoer stroom〉 power lineleidingen aanleggen in een huis • 〈 elektriciteit〉 wire a house; 〈 gas, water〉 install the pipes/piping in a houseAjax heeft de leiding met 2 tegen 1 • Ajax leads 2-1 -
18 staken
♦voorbeelden:de betalingen staken • suspend paymentzijn pogingen staken • cease one's effortsde strijd staken • break off the actionde studie staken • discontinue one's studieshet verzet staken • cease resistancehet vuren staken • cease firede werkzaamheden staken • cease work2 [met betrekking tot een stemming] tie♦voorbeelden:gaan staken • go/come out on strike -
19 stokken
-
20 stremming
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Африкаанс
- Нидерландский
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский