-
1 attractiveness
aantrekkelijkheid -
2 attraction
aantrekkelijkheidaantrekking -
3 amenity
n. voorziening; gemak; aangenaamheid; etiquette, manieren[ əmie:nətie] 〈meervoud: amenities〉♦voorbeelden: -
4 attraction
n. aantrekkingskracht; aantrekking[ ətræksjn]1 aantrekkelijkheid ⇒ aantrekking, bekoring♦voorbeelden:that profession has little attraction for me • dat beroep trekt me niet zo -
5 charm
-
6 glitter
n. geschitter, glinstering--------v. schitteren, ben, glinsterenglitter1[ glittə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 geschitter ⇒ glans, glinstering2 aantrekkelijkheid ⇒ charme, betovering————————glitter2〈 werkwoord〉1 schitteren ⇒ ben, glinsteren♦voorbeelden:1 glitter with • schitteren/ben van -
7 lure
n. verleiding, aantrekking; (lok)aas--------v. (ver)lokken tot, aantrekkenlure1[ l(j)oeə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————lure2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:lure into • verlokken tot -
8 pall
n. baarkleed; pallium; sneeuwmantel--------v. vervelen; moe maken, vermoeienpall1[ po:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————pall2〈 werkwoord〉1 vervelend/smakeloos worden ⇒ zijn aantrekkelijkheid verliezen♦voorbeelden: -
9 relish
n. smaak; scheutje, tikje; aantrekkelijkheid; genoegen--------v. genieten van, genoegen scheppen inrelish1[ rellisj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 genoegen ⇒ lust, plezier, zin4 saus♦voorbeelden:eat with (a) relish • met smaak eten————————relish21 smaken ⇒ iets weg hebben, zwemen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 smakelijk/pikant maken ⇒ kruiden2 genieten van ⇒ genoegen scheppen in, zich laten smaken♦voorbeelden:3 relish the prospect/idea • het een prettig vooruitzicht/idee vinden -
10 alluringness
n. aantrekkelijkheid, aanlokkelijkheid; bekoorlijkheid; charme -
11 attractable
adj. aantrekkelijkheid,aantrekkelijk -
12 attractiveness
n. aantrekkelijkheid -
13 comeliness
n. aantrekkelijkheid -
14 likableness
n. sympathie, aangenaamheid, aantrekkelijkheid -
15 lovableness
n. beminnelijkheid, aantrekkelijkheid -
16 loveliness
n. aangenaamheid, liefelijkheid; aantrekkelijkheid
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский