-
1 aanranden
1 assault♦voorbeelden:iemand in zijn eer/zijn goede naam aanranden • injure someone's honour/reputation -
2 aanranden
-
3 aanranden
(по)пытаться изнасиловать; затронуть; нападать; оскорблять; посягать* * *гл.1) общ. нападать, посягать2) перен. оскорблять -
4 aanranden
v. violate, transgress, assail, assault -
5 aanranden
wwvioler, agresser -
6 aanranden
kränka -
7 aanranden
tecavüz etmek v -
8 aanranden
attenter -
9 iemand in zijn eer aanranden
iemand in zijn eer aanrandenporter atteinte à l'honneur de qn. -
10 een meisje aanranden
een meisje aanrandenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een meisje aanranden
-
11 iemand in zijn eer/zijn goede naam aanranden
iemand in zijn eer/zijn goede naam aanrandeninjure someone's honour/reputationVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand in zijn eer/zijn goede naam aanranden
-
12 in zijn eer aanranden
гл.общ. (iem.) затронуть честь (кого-л.) -
13 затронуть честь
vgener. (iem.) in zijn eer aanranden (кого-л.) -
14 нападать
v1) gener. aangrijpen, bespringen, chargeren, losspringen (op-íà), aanranden, attaqueren, op (iem.) inlopen (на кого-л.)2) navy. binnenvallen3) liter. blaffen (на кого-л.)4) milit. aantasten, aanvallen -
15 оскорблять
v1) gener. (iem.) met scheldwoorden bejegenen (кого-л.), (iem.) voor het hoofd stoten (кого-л.), affronteren, beschimpen, grieven, krenken, kwetsen, ontstfchten, stoten, striemen2) liter. aanranden -
16 посягать
vgener. zich vergrijpen (aan-íà), aanranden, een aanslag doen
См. также в других словарях:
anranzen — anranzentr 1.jnanherrschen,heftigzurechtweisen.Fußtvielleichtaufndl»aanranden=anfallen,feindlichangreifen;übelbegegnen«mitEinflußvondt»ranzen=lärmen«.18.Jh. 2.jnanranzen,biserinkeinenStiefelmehrpaßt=jngrob,entwürdigendanherrschen.Sold1935ff … Wörterbuch der deutschen Umgangssprache