-
1 aanmatigen
〈wederkerend werkwoord; zich aanmatigen〉♦voorbeelden: -
2 aanmatigen
〈wederkerend werkwoord; zich aanmatigen〉♦voorbeelden: -
3 aanmatigen
v. assume -
4 aanmatigen
-
5 zich een oordeel aanmatigen
zich een oordeel aanmatigen -
6 zich een oordeel aanmatigen
zich een oordeel aanmatigenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich een oordeel aanmatigen
-
7 zich aanmatigen
гл.общ. позволять себе, притязать, превышать (власть), претендовать (на что-либо) -
8 zich aanmatigen
v. arrogate to oneself -
9 zich aanmatigen
réclamer avec arrogance -
10 позволять себе
vgener. zich aanmatigen, zich veroorloven -
11 превышать
vgener. gaan boven, overvleugelen, zich aanmatigen (власть) -
12 претендовать
vgener. opeisen, pretenderen, zich aanmatigen (на что-либо) -
13 притязать
vgener. zich aanmatigen -
14 toe-eigenen
〈wederkerend werkwoord; zich toe-eigenen〉♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский