-
1 goggle
n. Staren, aangapen--------v. staren; ogen rollen; openen van ogen[ gogl]♦voorbeelden: -
2 gape at
gape ataangapen/staren -
3 gape
-
4 gawp
-
5 gaze
n. starende/strakke blik--------v. staren; kijken,aankijken; bekijken, beschouwengaze1[ geez] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 starende/strakke blik————————gaze2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
6 goggle at
goggle at
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский