-
1 aandoening
1 [ziekte] disorder, complaint♦voorbeelden: -
2 aandoening
n. malady, disease, illness; affection, sensation, emotion -
3 een lichte aandoening van de luchtwegen
een lichte aandoening van de luchtwegenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een lichte aandoening van de luchtwegen
-
4 een psychische aandoening
een psychische aandoeningVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een psychische aandoening
-
5 met aandoening naar iets kijken
met aandoening naar iets kijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met aandoening naar iets kijken
-
6 aanval
♦voorbeelden:1 een aanval ondernemen/afslaan • make/beat off an attacktot de aanval overgaan • go onto the offensivein de aanval zijn/gaan • be on/go onto the offensivede aanval is de beste verdediging • attack is the best form of defenceeen aanval van koorts/kiespijn/woede • an attack of fever, a toothache, a fit of angerin een plotselinge aanval van woede • in a sudden burst of anger -
7 psychisch
♦voorbeelden:psychische angst • anxietyonder een enorme psychische druk staan • be under great emotional/psychological pressuredat is een psychische kwestie • that is a psychological matterpsychisch gestoord • emotionally disturbeddat is psychisch, niet lichamelijk • that is psychological, not physicalergens psychisch niet tegen opgewassen zijn • be mentally unable to cope with something -
8 roersel
♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский