-
1 вечереть
aanbreken, schemeren -
2 настать
aanbreken, komen, worden -
3 наставать
aanbreken, komen, worden -
4 наступать
trappen, stappen ; aanbreken, komen, beginnen, intreden ; aanvallen, oprukken -
5 наступить
trappen, stappen ; aanbreken, komen, beginnen, intreden -
6 наступление
aanval, offensief ; aanbreken -
7 прийти
komen, aankomen ; aanbreken -
8 приходить
komen, aankomen ; aanbreken -
9 на рассвете
prepos.gener. bij het aanbreken van de dag, met het krieken van de dag -
10 наступать
v1) gener. betreden (на что-л.), gloren (об утре), intreden, invallen, oprukken, verschijnen, aanbreken (о времени), aantijgen, beginnen, in aantocht zijn, inzetten (о временах года), krieken (о дне), op (iem.) losgaan (на кого-л.), op komst zijn -
11 начало
n1) gener. aanleg, begin, opening, aanbreken, aanhef, aanvang, aanvangspunt, afkomst, ingang, oorsprong, opkomst, rudiment, wording2) liter. ochtend, ochtendstond -
12 начинать
v1) gener. aanbreken (бочку, бутылку), aansteken (бочку), aanvangen, beginnen, tijgen, zetten, aan de gang brengen, aanheffen (петь или говорить), acquit geven, openen (собрание)2) liter. van wal steken -
13 начинаться
vgener. aanbreken, aangaan, aanvangen, beginnen, ingaan, inzetten, ontspringen, aan de gang zijn, een aanvang nemen, invallen (о погоде, времени), zich ontspinnen -
14 распечатывать
vgener. afsteken, aanbreken (пачку и т.п.), ontzegelen -
15 рассвет
ngener. dageraad, krieken, aanbreken, morgenschemer, morgenschemering, ochtend, ochtendkrieken, ochtendstond, schemerochtend -
16 с наступлением дня
prepos.gener. met het aanbreken van de dagRussisch-Nederlands Universal Dictionary > с наступлением дня
-
17 скоро наступит срок
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > скоро наступит срок
Перевод: с русского на все языки
со всех языков на русский- Со всех языков на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский