-
1 antragen
antragen〈 formeel〉♦voorbeelden:1 jemandem seine Dienste, Hilfe antragen • iemand zijn diensten, hulp aanbiedenjemandem das Du antragen • iemand voorstellen elkaar te tutoyeren -
2 aufwarten
-
3 bieten
bieten♦voorbeelden:¶ das lasse ich mir nicht bieten! • dat laat ik mij niet welgevallen, dat neem, pik ik niet!1 zich aanbieden, zich voordoen ⇒ zich vertonen -
4 Annahme
Annahme〈v.; Annahme, Annahmen〉2 aanvaarding, goedkeuring3 het aan-, overnemen4 indienstneming, aanstelling6 (ver)onderstelling ⇒ vermoeden, mening♦voorbeelden:zur Annahme vorlegen, vorzeigen • ter acceptatie aanbieden6 in der Annahme, dass … • in de veronderstelling dat … -
5 Kauf
〈m.; Kauf(e)s, Käufe〉♦voorbeelden:einen Kauf tätigen • een koop sluitenKauf auf Raten • koop op afbetalingzum Kauf anbieten • te koop aanbieden -
6 Ruf
〈m.; Ruf(e)s, Rufe〉4 beroeping, het aanbieden van een ambt ⇒ uitnodiging♦voorbeelden:jemanden in einen üblen Ruf bringen • iemand een slechte naam bezorgeneine Firma von Ruf • een gerenommeerde firmader Ruf nach Frieden • het appel voor vredeein Ruf an die Oper in Wien • een uitnodiging voor een engagement bij de opera in Wenen -
7 Rücktritt
-
8 Tablett
Tablett〈o.; Tablett(e)s, Tabletts of Tablette〉1 presenteer-, dienblad♦voorbeelden:1 〈 schertsend of ironisch〉 jemandem etwas auf einem silbernen Tablett servieren • iemand iets op een presenteerblaadje aanbieden -
9 Tausch
〈m.; Tausch(e)s, Tausche〉♦voorbeelden:im Tausch für • in ruil voorzum Tausch anbieten • in ruil aanbieden -
10 Telegramm
Telegramm〈o.; Telegramms, Telegramme〉♦voorbeelden: -
11 Verkauf
Verkauf〈m.; Verkauf(e)s, Verkäufe〉♦voorbeelden: -
12 anbieten
anbieten1 (aan)bieden, presenteren ⇒ ter beschikking stellen♦voorbeelden:1 jemandem seine Dienste, Hilfe anbieten • iemand zijn diensten, hulp aanbieden1 voor de hand liggen, in aanmerking komen ⇒ geschikt zijn♦voorbeelden:der Saal bot sich für das Fest an • de zaal was zeer geschikt voor het feest -
13 anerbieten
anerbieten, sich -
14 anheischig
anheischig〈 formeel〉♦voorbeelden:¶ sich anheischig machen • zich aanbieden, zich bereid verklaren -
15 aufgeben
aufgebenII 〈 overgankelijk werkwoord〉7 〈 sport en spel〉opslaan, serveren♦voorbeelden:ein Geschäft aufgeben • een zaak sluitendas Rauchen aufgeben • ophouden met roken -
16 ausrufen
ausrufen2 af-, omroepen♦voorbeelden:2 die Stationen ausrufen • de haltes om-, afroepenjemanden zum König ausrufen • iemand tot koning uitroepen -
17 darbieten
-
18 darbringen
-
19 darreichen
-
20 dem Gast mit Delikatessen aufwarten
dem Gast mit Delikatessen aufwartenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > dem Gast mit Delikatessen aufwarten
См. также в других словарях:
Preposition and postposition — Prepositions (or more generally, adpositions, see below) are a grammatically distinct class of words whose most central members characteristically express spatial relations (such as the English words in, under, toward) or serve to mark various… … Wikipedia
Honorary Medal for Merits toward Museum Collections — Museum Medal Awarded by Kingdom of the Netherlands Type Civil decoration, with degrees gold, silver and bronze … Wikipedia
Belgien — Koninkrijk België (niederländisch) Royaume de Belgique (französisch) Königreich Belgien (deutsch) … Deutsch Wikipedia