-
1 Kehle
Kehle〈v.; Kehle, Kehlen〉2 〈 ambachtelijk〉groef, sleuf♦voorbeelden:jemandem an die Kehle fahren • iemand naar de keel vliegenaus voller Kehle • luidkeelssich die Kehle aus dem Hals schreien • zijn longen uit zijn lijf schreeuwen〈informeel; figuurlijk〉 das hat er in die falsche Kehle bekommen • dat is hem in het verkeerde keelgat geschoten -
2 Rampe
См. также в других словарях:
Hellende — Hellende, Zopf eines Baums; Hellreich, dort viel Holz habend … Pierer's Universal-Lexikon