-
1 Aswoensdag
-
2 Aswoensdag
-
3 Aswoensdag
-
4 Aswoensdag
deAschermittwoch m -
5 Aswoensdag
n. Ash Wednesday, (Christianity) first day of Lent (40 day period leading up to Easter) -
6 Ash Wednesday
Aswoensdag (de eerste vasten dag van de veertig,van de christenen voor pasen)Ash Wednesday -
7 cendre
cendre [sãdr]〈v.〉1 〈 ook meervoud〉as2 〈 meestal meervoud〉as ⇒ stoffelijk overschot, overblijfselen♦voorbeelden:cendre noire • bruinkoolcendres volantes • vliegasmettre, réduire en cendres • in de as leggenréduit en cendres • volledig afgebrandrenaître de ses cendres • uit zijn as herrijzenle feu sous la cendre • smeulende hartstocht1. fas2. cendresf pl -
8 Пепельная среда
-
9 Shrove Tuesday
Shrove Tuesday -
10 mercredi
-
11 le Mercredi des Cendres
le Mercredi des Cendres -
12 les Cendres
les Cendres -
13 mercredi des Cendres
mercredi des Cendres -
14 Пепельная среда
-
15 kruisje
1 [klein kruis] cross2 [kruisteken] sign of the Cross3 [tiental] (numeral) X♦voorbeelden:met een kruisje ondertekenen • make one's mark -
16 Aschermittwoch
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский