-
1 door
door1〈 bijwoord〉1 through♦voorbeelden:de hele dag door • all day long, throughout the dayde kast kan de deur niet door • the cupboard won't go through the doorzijn hele leven door • his whole life long, throughout his lifemijn schoenen zijn door • my shoes are worn outde tunnel gaat onder het water door • the tunnel passes under the waterik ben door en door nat/koud • I'm wet through (and through), I'm chilled to the bonezij kent het land door en door • she knows the country like the back of her handdoor en door slecht • rotten to the core, thoroughly bad————————door2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een zijde/ruimte/opening/doorgang] through3 [middels] by (means of)5 [in passieve zinnen] by♦voorbeelden:door rood/oranje rijden • jump the lighthij vertrok door de tuin • he left via/through the gardenalles lag door elkaar • everything was in a messdoor haar heb ik hem leren kennen • it was thanks to her that I met him4 door het slechte weer • because of/owing to the bad weatherdoor ziekte verhinderd • prevented by illness from coming/attending/goingdat komt door jou • that's (all) because of youdoor wie is het geschreven? • who was it written by?door de week • through the week -
2 gedurende
conj. during, throughout; for--------prep. during, throughout; for -
3 Renaissance
n. Renaissance, (c. 1350-1600) revival of the arts and learning that began in Italy and spread throughout Europe (most often associated with the works of Michelangelo, Machiavelli, Dante, and Da Vinci) -
4 carambola
n. carambola, species of tree native to Sri Lanka and popular throughout Southeast Asia -
5 centrale verwarming
n. central heating, single heating unit which spreads warm air throughout an entire house -
6 door en door
adv. throughout, thoroughly, throughly, to the core, dead -
7 heksenkruid
n. enchanter's nightshade, woodland plants occurring throughout the temperate regions of the Northern Hemisphere -
8 homogeniseren
v. homogenize, blend dissimilar elements; make similar, unify; equally distribute fat droplets throughout an emulsion (i.e. milk) -
9 in alle opzichten
adv. in every respect, altogether, throughout, to all intents and purposes, full -
10 overal
adv. everywhere, anywhere, high and low, throughout -
11 de hele dag door
de hele dag doorall day long, throughout the dayVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de hele dag door
-
12 door heel Europa
door heel EuropaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door heel Europa
-
13 door/over het gehele land
door/over het gehele landVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > door/over het gehele land
-
14 gedurende het hele jaar
gedurende het hele jaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gedurende het hele jaar
-
15 gedurende
♦voorbeelden:hij heeft er gedurende twee jaar gewoond • he lived there for two yearsgedurende het hele jaar • throughout the yeargedurende het onderzoek • during the enquirygedurende de laatste drie weken • over the past three weeks -
16 geheel
geheel1〈 het〉♦voorbeelden:1 〈 wiskunde〉 het geheel is gelijk aan de som van zijn delen • the whole equals the sum of its partseen samengesteld geheel • a complexhij mag de lening in haar geheel terugbetalen • he can pay back the loan in a lump sumeen verklaring in haar geheel citeren • quote a statement in its entirety¶ hij zei in het geheel niets • he said nothing at all/whatsoeverover het geheel genomen • on the whole————————geheel21 [waaraan niets/niemand ontbreekt] entire, whole♦voorbeelden:door/over het gehele land • throughout the countryII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:ik ben geheel genezen • I have fully recoveredgeheel en al • entirely/fullygeheel anders • completely/totally differentniet geheel • not quite/entirely/fully -
17 heel de zomer lang
heel de zomer langall summer long, throughout the summerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > heel de zomer lang
-
18 heel
2 [niet in stukken] whole4 [groot] quite a/some♦voorbeelden:1 een paar hele kousen • a decent/whole pair of stockingsiets weer heel maken • fix/repair somethingheel Engeland • all England, the whole of Englandhele getallen • whole numbers, integerseen heel jaar • a whole yearover heel het land • throughout the country/landheel zijn leven • his whole lifede hele tijd • the whole timeze is een hele dame geworden • she's become quite a (young) ladyhij is een heel eind in de tachtig • he is well into his eightieshet is een heel eind (weg) • it's a good way (off)een hele som • (quite) a large sum of moneyeen hele tijd • quite some timedat is een heel verhaal • that's a long storyII 〈 bijwoord〉2 [geheel en al] completely, entirely ⇒ wholly3 [volstrekt] at all♦voorbeelden:1 dat is heel gewoon • that's common enough/quite normaleen heel grote neus • a very large noseeen heel klein beetje • a tiny bitdat heeft heel wat gekost • that cost a pretty pennydat kostte heel wat moeite • that took a great deal of effortje weet het heel goed! • you know perfectly well!heel vaak • very often/frequentlyheel weinig waard zijn • be of/have very little valueheel veel • a great deal of, a great manyheel in de verte • way in the distanceheel af en toe • once in a great whileik weet het heel zeker • I'm absolutely positive -
19 in heel het land
in heel het landthroughout/all over the countryVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in heel het land
-
20 in
in1I 〈 bijwoord〉2 [van tijd] in3 [van plaats/toestand] in ⇒ inside4 [als versterking van ‘tegen’] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:ergens in en uit lopen • run in and out of a placetegen het verbod in • in defiance of the banII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [binnen] in2 [populair] in♦voorbeelden:2 lange rokken waren/raakten in • long skirts were/came in————————in2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een plaats] in ⇒ at2 [met betrekking tot een richting] into4 [met betrekking tot een hoeveelheid/omvang] in5 [met betrekking tot een mate/graad/snelheid] in6 [met betrekking tot een toestand/omstandigheden] in7 [met betrekking tot een verandering/gevolg] in ⇒ to, into♦voorbeelden:puistjes in het gezicht • pimples on one's facehij is in huis • he's insidein heel het land • throughout/all over the countryhij is nog nooit in Londen geweest • he's never been to Londonhij woont in de stad • he lives in townin heel de stad • in the whole/entire townin ‘The King's Arms’ logeren • stay at ‘The King's Arms’hij zat niet in die trein/dat vliegtuig • he wasn't on that train/planehij is de stad in • he has gone to/into towndiep in de nacht • deep into the nighteen keer in de week • once a weekin 1994 • in 1994er gaan 100 cm in een meter • there are 100 centimetres to a metretwee meter in omtrek • two metres in circumferencein tweeën snijden • cut in twoin een rustig tempo • at an easy pacein het Japans vertalen • translate into Japanesehandelen in koffie • deal in coffeeprofessor in de natuurkunde • professor of physicsin slaap • asleepzij is goed in wiskunde • she's good at mathematics
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Throughout — Through*out , prep. Quite through; from one extremity to the other of; also, every part of; as, to search throughout the house. [1913 Webster] Nor to their idle orbs doth sight appear Of sun, or moon, or star, throughout the year. Milton. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
throughout — [thro͞o out′] prep. 1. through the whole of; in every part of [throughout the nation] 2. all the way through; during every part of [sleeping throughout the lecture] adv. 1. in or during every part; everywhere; from start to finish 2. in every… … English World dictionary
Throughout — Through*out , adv. In every part; as, the cloth was of a piece throughout. [1913 Webster] [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
throughout — I (All over) adverb all over, every bit, extensively, from beginning to end, from first to last, from the ground up, from the word go, inside and out, over all, to the end II (During) adverb for the duration, for the period of, in the course of,… … Law dictionary
throughout — late O.E. þurhut; see THROUGH (Cf. through) + OUT (Cf. out) (Cf. Ger. durchaus, 16c.) … Etymology dictionary
throughout — [adj] during the whole of all over, all the time, all through, around, at full length, completely, during, every bit, everyplace, everywhere, far and near, far and wide, for the duration, from beginning to end, from end to end, from one end to… … New thesaurus
throughout — ► PREPOSITION & ADVERB ▪ all the way through … English terms dictionary
throughout — [[t]θruːa͟ʊt[/t]] ♦♦ 1) PREP If you say that something happens throughout a particular period of time, you mean that it happens during the whole of that period. The national tragedy of rival groups killing each other continued throughout 1990...… … English dictionary
throughout — through|out [ θru aut ] function word *** Throughout can be used in the following ways: as a preposition (followed by a noun): He remained in Paris throughout the war. as an adverb (without a following noun): It was a wonderful game and Johnson… … Usage of the words and phrases in modern English
throughout */*/*/ — UK [θruːˈaʊt] / US [θruˈaʊt] adverb, preposition Summary: Throughout can be used in the following ways: as a preposition (followed by a noun): He remained in Paris throughout the war. as an adverb (without a following noun): It was a wonderful… … English dictionary
throughout — through|out W1S3 [θru:ˈaut] prep, adv 1.) in every part of a particular area, place etc ▪ a large organization with offices throughout the world ▪ The disease spread rapidly throughout Europe. ▪ The house is in excellent condition, with fitted… … Dictionary of contemporary English