-
1 up-to-date
• up-to-date -
2 datum
• date -
3 verzenddatum
• date of despatch• date of shipment -
4 datum/tijd-groep
• date-time group: DTG -
5 datumstempel
• date mark -
6 datumwijziging
• date change -
7 uitgiftedatum
• date of issue -
8 dateren
♦voorbeelden:1 het huis dateert al uit de veertiende eeuw • the house goes all the way back to the fourteenth centuryde brief dateert van 6 juni • the letter is dated 6th JuneII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [van datum voorzien] date♦voorbeelden:2 kun je het schilderij dateren? • can you put a date on the painting? -
9 datum
♦voorbeelden:gebeurtenissen van recente datum • events of recent dateeen datum afspreken • to arrange a datede plaats en datum vastleggen • fix the time and placeop een nader te bepalen datum • on a date to be specified laterzonder datum • undateder staat geen datum op • there is no date on it -
10 besteldatum
2 [datum van aflevering] delivery date -
11 bij
bij1〈de〉————————bij21 [bij kennis] conscious2 [gelijk] up-to-date3 [van alles op de hoogte] up-to-date♦voorbeelden:2 de leerling is weer/nog niet bij met de lessen • the pupil has now caught up/is still behind in his lessonsbij zijn met betalen • be up-to-date with paymentsgoed bij zijn in een vak • be well up on a subjectII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ om en bij • more or less, about————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van] near (to) ⇒ close (by/to)2 [met betrekking tot een raken aan/bereiken] at ⇒ to3 [met betrekking tot een niet verder gaan/een niet afwijken] to ⇒ with5 [met betrekking tot een aanwezigheid] at9 [voor, in tegenwoordigheid van] with ⇒ to10 [aan, met] by11 [gedurende, onder] by ⇒ at12 [gelijktijdig met] on ⇒ at13 [in geval van] in case of ⇒ if♦voorbeelden:bij het raam • close to/next to the windowbij het stadhuis • close to/near the town hallik woon hier vlak bij • I live nearby/close bybij zessen • almost six (o'clock)kan jij bij de hoogste plank? • can you reach the top shelf?er(gens) niet bij kunnen • 〈 figuurlijk〉 not understand/get somethingalles blijft bij het oude • everything stays the samehet er niet bij laten • not leave it at thatwe zullen het er maar bij laten • let's leave it at thater niet bij zijn • not be there/presenter(gens) gauw bij zijn • 〈 figuurlijk〉 respond quickly; 〈 met betrekking tot ziekte〉 catch (a disease) in time6 heb je iets bij de koffie? • do you have anything to go with the coffee?een kopje koffie is er tegenwoordig niet meer bij • you don't even get a cup of coffee these daysbij elkaar zijn het er 20 • there are 20 altogetherdat is bij de boeren zo de gewoonte • that is the custom with farmersbij de marine • in the navybij Vondel • in Vondelaltijd bij H. kopen • always shop at H'sgeen lucifers/geld bij zich hebben • have no matches/money on onebij hem kun je van alles verwachten • you can expect anything from himbij zichzelf (denken/zeggen) • (think/say) to oneselfiemand bij name kennen • know someone by namebij het ontbijt • at breakfastbij de derde poging • at the third attemptbij mooi weer • when/if the weather is nicebij een glas wijn iets bespreken • discuss something over a glass of wine13 bij ziekte/een sterfgeval • in case of illness/deathiets bij (de) wet bepalen • establish something by lawbij dezen • hereby16 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • what is he in comparison to a poet like Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • the room is 6 by 5¶ je bent er bij • gotcha! -
12 tijd
1 [als ononderbroken eenheid; tijdsduur] time2 [tijdstip; juiste/geschikte moment] time5 [taalkunde] tense♦voorbeelden:in de helft van de tijd • in half the timein een jaar tijd • (with)in a yearna bepaalde tijd • after some/a time, eventuallygeruime tijd • a considerable time, a good whilede hele tijd • all the time, the whole timeeen hele tijd geleden • quite a while agohet is hoog tijd om te vertrekken • it's high time we leften dat is hoog tijd ook! • and about time too!het is de hoogste tijd! • 〈 in kroeg〉 time, (gentlemen,) please!een tijd lang • for a while/timeik heb haar lange tijd niet gezien • I haven't seen her for/in ages/quite a whileeen lange/korte tijd duren • last a long/short timevoor onbepaalde tijd • indefinitely, for an indefinite periodsedert onheuglijke tijden • since time immemorial〈 sport〉 een scherpe tijd neerzetten • record/run a fast timevrije tijd • spare/free time, time off, leisure (time)waar blijft de tijd? • where's the time gone (to)?het zal mijn tijd wel duren • I won't be around to see ithet duurde een tijdje voor ze eraan gewend was • it was/took a while before/until she got used to itik ben niet aan tijd gebonden • I'm not pressed for timeik geef je vijf seconden de tijd • I'm giving you five secondsje moet jezelf de tijd geven • take your timeiemand de tijd geven/gunnen • give someone timezich de tijd niet gunnen (om) • not take the time (to)heb je even tijd? • have you got a moment/a sec?die tijd heb ik gehad • I'm past that now, I've been through thatgeen/genoeg tijd hebben om … • have no/enough time to …tijd genoeg hebben • have plenty of/enough timede tijd hebben • have timewe hebben hem een tijd niet gezien • we haven't seen him for a/some while/some timewe hebben de tijd aan onszelf • our time is our ownweinig tijd hebben • not have got much time, be pressed for timeje hebt nog 14 dagen de tijd • you've got 14 days lefttijd kosten • take timeals je geen tijd hebt, maak je maar tijd • if you haven't got time, make timede tijd nemen voor iets • take one's time about/over somethingtijd opnemen • record the timeer is geen tijd te verliezen • there's no time to lose/to be lostde tijd verstrijkt • time passesdat was me nog eens een tijd! • what a time that was!, those were the days!mijn tijd zit erop • ±I've done my stintin de baas zijn tijd • during/on the boss's timeuw tijd is om • your time is upbinnen afzienbare tijd • within the foreseeable futurebinnen niet al te lange tijd • (with)in the not too distant future, before (too) longbinnen de kortst mogelijke tijd • in (next to) no timehet heeft in tijden niet zo geregend • it hasn't rained like this for agesmet de tijd breidde de hongersnood zich uit • as time went on the famine spreaddit zal met de tijd wel beter gaan • it'll probably get better in timemet zijn tijd geen raad weten • have time on one's handsna korte tijd lukte het ons om … • we soon managed to …sinds enige tijd • for some time (past)een tijd van 11 seconden • a time of 11 secondshet is maar voor korte tijd • it's only for a short whilevoor de tijd van • for a period ofvorig jaar om dezelfde tijd • (at) the same time last yearde plaatselijke tijd • local timede tijd is rijp om … • the time is ripe to …heeft u de tijd ? • have you got the time?'t is allang tijd geweest • it's long past/ 〈 informeel〉way past/way over timeals de tijd daar is • when the time/day comesde tijd verdrijven/korten/doden • kill timeeindelijk! het werd tijd • at last! it was about time (too)!het wordt tijd dat … • it is (high) time that …〈 pregnant〉 het wordt mijn tijd • I must be off, it's time for me to gobij tijd en wijle • now and again/thenmorgen/gisteren om deze tijd • (about/ Aaround) this time tomorrow/yesterdaytijd om te eten/te slapen • time to eat/to go to bedop vaste tijden • at set/fixed timesnet op tijd • just in timeop tijd • in time 〈om iets te doen/voorkomen〉; on time 〈 volgens een bepaald tijdschema, afspraak e.d.〉de bussen lopen precies op tijd • the buses run to/on time/scheduleruim op tijd • with plenty of time to spareop tijd naar bed gaan • not go to bed latezij is over tijd • she's late with her period, her period's late/overduerond die tijd • around then/that timesinds korte tijd • recently, latelyte allen tijde • at all timeste zijner tijd • in due course, when appropriatetegen die tijd • by that time, by thenten tijde van hun huwelijk • at the time of their marriageten tijde van Hendrik VIII • in the days/time/age of Henry VIIIvan tijd tot tijd • from time to timevan die tijd af • from that time (on/onward(s), (ever), since (that time)een tijd van komen en een tijd van gaan • ±nothing lasts foreverwarm voor de tijd van het jaar • warm for the/this time of yearsterven voor zijn tijd • die before one's time/prematurelyje moet de eerste tijd nog rustig aandoen • to begin with/at first you must take it easyin minder dan geen tijd • in (less than) no timeeen tijdje • a whileveel tijd in beslag nemen • take up a lot of timetijd te kort komen • run out/run short of time3 betere tijden gekend hebben • have known better times/seen better dayseen dure tijd • a time/period when the cost of living is highgoede/slechte tijden • good/bad timesde laatste tijd • lately, recentlyhij heeft een moeilijke tijd gehad • he's been through/had a hard timede goede oude tijd • the good old daysdat is allemaal verleden tijd • that's all in the past/water under the bridgezijn (beste) tijd gehad hebben • be past one's best/prime, have seen better daysdie tijd is geweest/‘voorbij’ • those days are gone/past/overer is een tijd geweest dat … • there was a time when …niet met zijn tijd meegaan • be behind the timesde tijden zijn veranderd • times have changedbij tijden • at times/intervals(goed) bij de tijd zijn • be right up to date, be on the ballin tijden van oorlog • in times of warin deze/onze tijd • in these times, nowadaysin deze tijd van het jaar • at this time of (the) yearin vroeger tijd • in earlier times/the pastmet zijn tijd meegaan • keep up with/move with the timesuit de tijd raken • go/get/become out of date; become outdateddie muziek is uit de tijd • that music is out of date/old-fashioneddat was voor mijn tijd • that was before my time/daydat was voor die tijd heel ongebruikelijk • in/for those days it was most unusualvóór die tijd was het een klooster • it used to be/previously it was a monasteryvóór de tijd van de auto • before the era of the car5 de tegenwoordige/verleden tijd • the present/past tense〈 figuurlijk〉 dat is voltooid verleden tijd • that's over and done with, that's ancient history -
13 Dday
n. D-day, time of military action, date and time set for a military operation; June 6 1944, date on which Allied troops invaded the beaches of Normandy France and fought in heavy battles against Nazi troops -
14 betaling (de)
n. payment date, date by which a payment must be given -
15 betalingsdatum
n. payment date, date by which a payment must be given -
16 bij
adj. up to date, extending to the present time, keeping up with what is most recent--------adv. up to date, extending to the present time, keeping up with what is most recent--------n. bee, type of flying insect--------prep. by, with, beside, at, to, towards, of, over -
17 dadel
n. date, fruit of a date palm tree -
18 dagtekenen
v. date, apply a date to -
19 ouderwets
adj. out of date, outdated, outmoded, old fashioned, oldfangled, Old World, old-time, old, antique, antiquated, ancient, rusty, dowdyish, fossil, hunker, Die Hard, orthodox--------adv. out of date -
20 afleveringsdatum
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > afleveringsdatum
См. также в других словарях:
daté — daté … Dictionnaire des rimes
date — [ dat ] n. f. • 1281; lat. médiév. data (littera) « (lettre) donnée », premiers mots de la formule indiquant la date où un acte avait été rédigé 1 ♦ Indication du jour du mois (⇒ quantième), du mois et de l année (⇒ millésime) où un acte a été… … Encyclopédie Universelle
date — I noun assigned time, day, day of the week, dies, marked time, moment, particular point of time, period, period of time, point of time, specified period of time, tempus, time, time during which anything occurs associated concepts: antedating,… … Law dictionary
date — date утилита Unix для работы с системными часами. Выводит текущую дату и время в различных форматах и позволяет устанавливать системное время. Содержание 1 Реализации 2 Использование 3 Ключи … Википедия
Date — bezeichnet: ein Treffen oder eine Verabredung, bei Verliebten auch Stelldichein Blind Date, ein verabredetes Treffen unter bisher unbekannten Personen in Programmiersprachen häufig einen Datentyp zur Speicherung von Datum und Uhrzeit bei vielen… … Deutsch Wikipedia
Date — утилита Unix для работы с системными часами. Выводит текущую дату и время в различных форматах и позволяет устанавливать системное время. Содержание 1 Использование 2 Ключи 3 См. также … Википедия
date — DATE. sub. fém. Ce qui marque le temps et le lieu où une lettre a été écrite, où un acte a été passé, etc. La date d une lettre, d un contrat, d un Arrêt, etc. Mettre la date. De fraîche date. De nouvelle date. De vieille date. Il produit une… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
Date My Ex — Date My Ex: Jo and Slade Format Reality Starring Jo De La Rosa Slade Smiley Myia Ingoldsby Lucas James Country of origin United States Production Runni … Wikipedia
date — DATE. s. f. Ce que l on escrit pour marquer le temps & le lieu auquel une chose a esté faite. La date d une lettre, d un contract, d un arrest &c. mettre la date. de fraische date. de nouvelle date. de vieille date. il produit une lettre en date… … Dictionnaire de l'Académie française
Date — Date, n. [F. date, LL. data, fr. L. datus given, p. p. of dare to give; akin to Gr. ?, OSlaw. dati, Skr. d[=a]. Cf. {Datum}, Dose, {Dato}, {Die}.] 1. That addition to a writing, inscription, coin, etc., which specifies the time (as day, month,… … The Collaborative International Dictionary of English
date — [n1] point in time; particular day or time age, century, course, day, duration, epoch, era, generation, hour, juncture, moment, period, quarter, reign, span, spell, stage, term, time, while, year; concepts 800,801,802,815 date [n2] social… … New thesaurus