-
1 grauen
grauen♦voorbeelden:beim ersten Grauen des Tages • bij het eerste ochtendgloren1 gruwen, huiveren, ijzen♦voorbeelden:1 ich graue mich vor einer Sache • ik huiver van, voor iets, ik griezel van iets♦voorbeelden:mir, 〈 soms〉mich graut (es) vor einer Sache, jemandem • ik huiver van, voor iets, van iemand, ik griezel van iets, iemand -
2 grey
adj. grijs (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilverd (veelvoorkomend in Brits schrift)--------n. grijs (kleur) (veelvoorkomend in Brits schrift)--------v. vergrijzen (veelvoorkomend in Brits schrift); verzilveren (het haar)(veel voorkomend in Brits schrift)grey1♦voorbeelden:————————grey22 grijs ⇒ bewolkt, grauw4 somber ⇒ treurig, triest6 grijs ⇒ vaag, onduidelijk♦voorbeelden:1 grey cells • grijze cellen, hersenenhis face turned grey • zijn gezicht werd (as)grauwGrey Friar • franciscaangrey squirrel • grijze eekhoorn→ little little/————————grey31 grijs worden/maken ⇒ (ver)grijzen -
3 ergrauen
ergrauen1 grijs worden, (ver)grijzen
См. также в других словарях:
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon