-
1 Attest
-
2 attest
v. verklaring (ook bij eed); declaratie[ ətest] 〈zelfstandig naamwoord: attestation〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 the ruins attest the city's power
English-Dutch dictionary > the ruins attest the city's power
-
4 аттестат
attest, getuigschrift, certificaat -
5 аттестат
attest, getuigschrift -
6 аттестат
attest, getuigschrift -
7 Zeugnis
Zeugnis〈o.; Zeugnisses, Zeugnisse〉1 getuigenis, getuigenverklaring ⇒ 〈 figuurlijk〉 bewijs, teken2 rapport, getuigschrift3 schriftelijke verklaring, attest♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 dies ist ein Zeugnis ihres klugen Handelns • dit is een bewijs van haar verstandig handelenZeugnis ablegen • getuigen2 〈 figuurlijk〉 ich kann ihr nur das beste Zeugnis ausstellen • ik kan alleen maar goeds over haar zeggengute Zeugnisse vorlegen, vorweisen • goede getuigschriften, referenties overleggen -
8 аттестат
n1) gener. attest, attestatie, getuigschrift, maandcedel (на получение части месячной заработной платы) -
9 свидетельство
n1) gener. bewijsstuk, bewijs, getuige, akte, attest, attestatie, brevet, certificaat, getuigschrift (письменное), proef, proeve, testimonium, verklaring2) obs. oorkonde3) law. getuigenis -
10 справка о здоровье
ngener. attestRussisch-Nederlands Universal Dictionary > справка о здоровье
-
11 affidavit
-
12 baptismal certificate
doopakte/attest -
13 baptismal
adj. van doop (bij christelijke rite)[ bæptizml]1 doop-♦voorbeelden:1 baptismal certificate • doopakte/attestbaptismal vows • doopbeloften -
14 enter an affidavit
v. (Rechten) een verklaring afleggen; een attest registreren -
15 false affidavit
bedriegelijk attest -
16 foreign affidavit
vreemd attest, beëdigde verklaring die aan ander land wordt gegeven (juridisch) -
17 billet
billet [bieje]〈m.〉1 plaatsbewijs ⇒ kaartje, lot3 geldswaardig papier ⇒ wissel, promesse4 briefje ⇒ aankondiging, kennisgeving5 bewijs ⇒ attest, certificaat6 column♦voorbeelden:billet de faveur • vrijkaartjebillet de loterie • lot, lootjebillet de quai • perronkaartjebillet circulaire • rondreisbiljetprendre un billet • een kaartje kopen3 billet à ordre • orderbriefje, promessebillet doux, galant • minnebriefje, liefdesbriefje5 〈 figuurlijk, informeel〉 je vous donne, fiche mon billet que 〈+ aantonende wijs〉 • ik geef het u op een briefje datm1) plaatsbewijs, kaartje2) (bank)biljet3) wissel, promesse4) briefje5) aankondiging, kennisgeving6) bewijs, certifikaat7) column -
18 certificat
certificat [sertiefiekaa]〈m.〉1 getuigschrift ⇒ bewijs, schriftelijke verklaring, diploma♦voorbeelden:1 certificat d'aptitude professionnelle • einddiploma technische school, vakdiplomacertificat d'aptitude au professorat de l'enseignement secondaire • eerstegraadsbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs; 〈 België〉 aggregatie van het hoger secundair onderwijscertificat d'aptitude pédagogique • diploma van pedagogische vormingcertificat d'arrêt de travail • arbeidsongeschiktheidsverklaringcertificat de complaisance • vals attestcertificat de dépôt • bewijs van afgiftecertificat d'études primaires • bewijs van met goed gevolg doorlopen lager onderwijscertificat d'indigence • bewijs van onvermogencertificat de milice • dienstplichtverklaringcertificat de résidence • vestigingsbewijs, -vergunningcertificat de travail • werkverklaring, -vergunningcertificat de bonne vie et moeurs • bewijs van goed (zedelijk) gedrag; 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 bewijs van goed zedelijk gedragcertificat authentique • certificaat van echtheidcertificat médical • geneeskundige verklaring, doktersattestmgetuigschrift, certificaat -
19 attestation
-
20 certificat de complaisance
certificat de complaisanceDictionnaire français-néerlandais > certificat de complaisance
- 1
- 2
См. также в других словарях:
attest — at·test /ə test/ vb [Latin attestari, from ad to + testari to call to witness, from testis witness] vt: to bear witness to: affirm to be true or genuine; specif: to authenticate (as a will) by signing as a witness vi: to bear witness: testify… … Law dictionary
attest — at‧test [əˈtest] verb [transitive] LAW to officially state that you believe something is true or real: • It must be signed in the presence of a witness who attests the signature. attestation noun [countable, uncountable] : • the attestation of… … Financial and business terms
Attest — Sn Bescheinigung erw. fach. (16. Jh., Form 18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. attestātio f., einer Ableitung von l. attestārī bezeugen, bestätigen , zu l. testārī (testātus) bezeugen und l. ad hin, zu , weiter zu l. testis Zeuge . Zunächst… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Attest — At test , v. t. [imp. & p. p. {Attested}; p. pr. & vb. n. {Attesting}.] [L. attestari; ad + testari to bear witness: cf. F. attester.] 1. To bear witness to; to certify; to affirm to be true or genuine; as, to attest the truth of a writing, a… … The Collaborative International Dictionary of English
Attest — At*test , n. Witness; testimony; attestation. [R.] [1913 Webster] The attest of eyes and ears. Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
attest — (v.) 1590s, from M.Fr. attester (O.Fr. atester, 13c.) affirm, attest, from L. attestari confirm, lit. bear witness to, from ad to (see AD (Cf. ad )) + testari bear witness, from testis witness (see TESTAMENT … Etymology dictionary
Attest — (Attestat, v. lat.), schriftliches Zeugniß od. Bescheinigung, z.B. von Herrschaften dem abziehenden Gesinde über ihre Geschicklichkeit u. ihr Verhalten während der Dienstzeit ausgestellt; von öffentlich angestellten Personen über einen Gegenstand … Pierer's Universal-Lexikon
Attést — (Attestāt, lat.), schriftliche, namentlich von einer Behörde ausgestellte Bescheinigung (s. Zeugnis). Attestieren, einem etwas (mündlich oder schriftlich) bezeugen, bescheinigen, z. B. eine Rechnung attestieren. d. h. ihre Richtigkeit beglaubigen … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Attést — Attést, Attestāt, Attestation (lat.), schriftliches Zeugnis; attestieren, ein Zeugnis ausstellen, bescheinigen … Kleines Konversations-Lexikon
Attest, Attestat, Attestation — Attest, Attestat, Attestation, schriftliches Zeugniß; von Beamten in ihrer Amtssphäre ausgestellt, hat es Beweiskraft; attestiren, Zeugniß ausstellen, bescheinigen … Herders Conversations-Lexikon
attest to — index acknowledge (declare), converse, notarize, plead (allege in a legal action) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary