-
1 воевать
vgener. beoorlogen (с кем-либо), in oorlog zijn (mel-ñ), krijgen, oorlog voeren (tegen-ïðотèâ) -
2 выступать
v1) gener. (за) pleiten, losrukken (против кого-л.), optreden (с речью, на сцене и т.п.), optrekken (о войсках), uitbreken (о поте и т.п.), uitrukken (об армии), uitslaan (о сыпи, плесени и т.п.), uitspringen, uitsteken, uittrekken, voorkomen, (iets) ten beste geven (с пением, декламацией и т.п.), aan de dag komen, afmarcheren, ageren (tegen-ïðотèâ), figureren, gemeenschappelijk optreden, instaan (voor-çà), opbreken (об армии), overhangen, rukken (в поход), uitpuilen, uittijgen2) navy. opdoeken (на передний план)3) liter. pleiten voor (iem.) (за кого-л.) -
3 выступать в поход
vgener. te velde trekken (tegen-ïðотèâ)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > выступать в поход
-
4 действовать
v1) gener. pleiten, ageren, optreden, reageren (tegen-ïðотèâ), uitwerken, werken, functioneren, fungeren, handelen, hanteren, in functie zijn, te werk gaan, vigeren2) law. procederen -
5 настраивать
v1) gener. afgestellen, overstemmen (музыкальный инструмент)2) navy. innemen (voor- â ïîôüçó; tegen- ïðотèâ)3) mus. afstemmen (инструмент), stemmen -
6 протестовать
vgener. protesteren, bezwaren maken, reclameren, zijn stem verheffen (tegen-ïðотèâ)
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский