-
1 suppléant
suppléant [suuplee.ã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:1. m (f - suppléante)(plaats)vervanger/-gster2. = suppléante; suppléantadjplaatsvervangend, waarnemend -
2 deputy
adj. vice-, onder---------n. afgezant; vice-, verkozendeputy1[ depjoetie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: deputies〉————————deputy21 onder- ⇒ vice-, plaatsvervangend -
3 заместитель
assistent, (plaats)vervangerРусско-голландский словарь коммерческих терминов > заместитель
-
4 заместитель
assistent, (plaats)vervangerРусско-голландский словарь коммерческих терминов > заместитель
-
5 substitute
adj. plaatsvervangend--------n. plaatsvervanger, surrogaat--------v. verwisselen, omwisselensubstitute1[ substitjoe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————substitute2————————substitute3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:substitute A for B • B vervangen door A -
6 remplacement
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский