-
81 dormer
-
82 dress
adj. feestelijk, officieel, van kleding--------n. japon, jurk--------v. aankleden; zich aankleden; in de rij staan; een gerecht klaarmaken; versierendress1[ dres] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 kleding ⇒ tenue, dracht————————dress2I 〈onovergankelijk en overgankelijk werkwoord; wederkerend werkwoord〉1 zich (aan)kleden ⇒ gekleed gaan, toilet maken♦voorbeelden:dress up • zich netjes/mooi aankleden, zich verkleden/vermommenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (aan)kleden ⇒ van kleding voorzien, kleren aantrekken2 versieren ⇒ opsieren, optuigen5 opmaken ⇒ kammen en borstelen, kappen♦voorbeelden:dress up • verkleden, vermommendressed in one's (Sunday) best • met z'n goeie goed aandressed in black • in het zwartdress up • opdoffen 〈 ook figuurlijk〉; mooi doen schijnen; aanvaardbaar laten ken/maken, leuk brengendress down • zacht/soepel maken 〈 leer〉; roskammen 〈 paard〉; 〈 figuurlijk〉een pak slaag geven, op z'n donder geven -
83 festoon
n. festoen, guirlande, slinger--------v. met guirlandes behangenfestoon1[ festoe:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————festoon2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
84 grill
n. grill, rooster; geroosterd (vlees)gerecht; grill-room--------v. grillengrill1[ gril] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 → grille grille/4 〈 verkorting〉[grill-room]————————grill2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 voornamelijk voltooid deelwoord〉van rooster/traliewerk voorzien♦voorbeelden: -
85 kind
adj. goed; goedhartig; zich aardig gedragend; op zijn best; aangenaam; vrijgevig; aardig; vriendelijk--------n. soortkind1[ kajnd]1 soort ⇒ type, aard♦voorbeelden:something of the kind • zoiets, iets dergelijksnothing of the kind • niets van dien aard, geen sprake vanthree of a kind • drie gelijke(n)/dezelfde(n)those girls are all of a kind • die meisjes zijn allemaal eendera kind of • een soortall kinds of • allerleiI haven't got that kind of money • zulke bedragen heb ik niet1 wezen ⇒ karakter, soort♦voorbeelden:————————kind2♦voorbeelden:would you be kind enough to/so kind as to open the window • zoudt u zo vriendelijk willen zijn het raam open te doenbe kind to animals • goed/lief zijn voor dieren -
86 lancet
n. lancet; lancetboog[ la:nsit], 〈in betekenis 2 ook〉 lancet arch, 〈in betekenis 3 ook〉 lancet window -
87 lattice
n. tralie(werk), rooster; symmetrische net; structuur, kader (in de elektronica)--------v. van traliewerk voorzien, van latwerk voorzien[ lætis], 〈in betekenis 1 ook〉 latticework3 〈 verkorting〉[lattice window] -
88 lift
n. lift; het meeliften met iemand; verhoging; steun; het omhoogtillen--------v. verhogen; omhoogtillen; opkomen, omhoog komen; optrekken; onthullen; stelen (spreektaal)lift1[ lift]1 〈 voornamelijk Brits-Engels〉(goederen/personen)lift3 (ver)heffing ⇒ hijs(ing), optrekking♦voorbeelden:1 lift ⇒ opwaartse druk, draagkracht————————lift21 (op)stijgen ⇒ opgaan/komen, omhooggaan/komen♦voorbeelden:1 this window won't lift • dit raam gaat/wil niet omhoog/open〈 luchtvaart, ruimtevaart〉 lift off • opstijgen, startenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (omhoog/op)tillen ⇒ omhoog/optrekken, (op)hijsen♦voorbeelden:not lift a hand/finger • geen hand/vinger/poot uitstekenlift down • aftillen, neerlatenlift a tent • een tent afbreken -
89 look out
uitkijken; toekijken op; uitkijkpost; oppassenlook out♦voorbeelden:4 look out! • (wees) voorzichtig!, pas op!♦voorbeelden: -
90 oriel
-
91 shall
v. hulpwerkwoord "zullen" om de toekomst aan te geven1 zullen♦voorbeelden:1 how shall I recognize her? • hoe zal ik haar herkennen?you shall have the book you want • je kríjgt het boek dat je wil hebbenthou shalt not kill • gij zult niet doden3 what shall we do when Jimmy leaves us? • wat moeten we doen als Jimmy ons verlaat?shall I open the window? • zal ik het raam openzetten? -
92 some
adj. enige, enkele; iets; bepaald; serieus (i.d. spreektaal)--------adv. op een speciale manier; heel veel (i.d. spreektaal)--------pron. enkele, sommigesome1[ sum] 〈 voornaamwoord〉1 wat ⇒ iets, enkele(n), sommige(n), een aantal♦voorbeelden:some say so • er zijn er die dat zeggen————————some22 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉 enigszins ⇒ een beetje; 〈 ironisch〉 geweldig, formidabel♦voorbeelden:he was annoyed some • hij was een tikje geïrriteerd————————some3♦voorbeelden:some day I'll know • ik zal het ooit wetensome plumber he is! • wat een klungelaar van een loodgieter! -
93 toward
prep. naar; jegens♦voorbeelden:she lives out toward the convent • ze woont op de weg naar het kloostershe turned toward Mary • ze keerde zich naar Mary toeher window faced toward the sea • haar raam keek uit op de zeehe walked toward the signpost • hij ging op de wegwijzer afwe're saving toward buying a house • we sparen met het oog op de aankoop van een huis4 toward six thousand people watched the match • bijna zesduizend toeschouwers woonden de wedstrijd bij -
94 transom
n. dwarsbalk; kalf; ventilatievenster boven een deur -
95 wind down
-
96 admins
n. (in de computerwereld) een computerprogramma dat de werking van Window 95 regelt -
97 recycle bin address
adres van bibliotheek recyclingbasket, plaats van recyclingsarchief in "window"stelsel (computer) -
98 tooltip
n. pop-up window die aanvullende opties van informatie bevat die verschijnen wanneer de muis op speciale wordt geplaatst (Computers) -
99 network extensible Windowsystem: NeWS
netwerk-uitbreidbaar Window-systeemEnglish-Dutch technical dictionary > network extensible Windowsystem: NeWS
См. также в других словарях:
Window — Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed by… … The Collaborative International Dictionary of English
Window back — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English
Window blind — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English
Window bole — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English
Window box — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English
Window frame — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English
Window glass — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English
Window martin — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English
Window oyster — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English
Window pane — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English
Window sash — Window Win dow, n. [OE. windowe, windoge, Icel. vindauga window, properly, wind eye; akin to Dan. vindue. ????. See {Wind}, n., and {Eye}.] [1913 Webster] 1. An opening in the wall of a building for the admission of light and air, usually closed… … The Collaborative International Dictionary of English