-
1 flour
n. meel; (meel)bloem--------v. met meel bestrooien, met bloem bestrooien; tot poeder malenflour1[ flauə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————flour2〈 werkwoord〉1 met meel/bloem bestrooien -
2 floury
adj. melig, meelachtig1 melig ⇒ bloemig, bedekt met meel/bloem♦voorbeelden:1 her hands were floury • haar handen zaten onder de bloem/het meelfloury potatoes • bloemige aardappelen -
3 her hands were floury
haar handen zaten onder de bloem/het meel -
4 superfine flour
bloem, extra fijn meel -
5 superfine
-
6 bolting
n. het met bouten bevestigen; het vergrendelen; het zeven van meel of bloem
См. также в других словарях:
Brot — 1. Abgeschnitten Brot hat keinen Herrn. Frz.: Pain coupé n a point de maître. 2. Alles Brot ist dem gesund, der hungert. 3. Alt Braut un drüge Holt helpen hushalten. (Westf.) 4. Alt Brot, alt Mehl, alt Holz und alter Wein sind Kleister. –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leiden — Bandera … Wikipedia Español