-
1 économat
économat [eekonnommaa]〈m.〉1 ambt van (huis)beheerder ⇒ rentmeesterambt, ambt van huismeester ⇒ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 ambt van econoom2 kantoren van de (huis)beheerder ⇒ kantoren van de rentmeester, van de huismeester -
2 économe
économe1 [eekonnom]〈m.〉————————économe2 [eekonnom]♦voorbeelden:1. m 2. adjzuinig, spaarzaam
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский