-
1 stem
n. stam (v. boom/woord); hoofdstengel, steel (v. glas, pijp); voorsteven--------v. eruit voorkomen; versperren, blokkeren; terugstoten, afslaanstem1[ stem] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————stem2〈werkwoord; stemmed〉♦voorbeelden: -
2 kern
4 [natuurkunde] nucleus5 [plaats, dorp, ook in samenstellingen] centre6 [in samenstellingen] [belangrijkste, hoofd-] central♦voorbeelden:3 de kern van het probleem • the heart/essence of the problemde harde kern van een terroristengroep • the hard core of a terrorist groupin de kern van de zaak • in essencetot de kern van een zaak doordringen • get (down) to the (very) root of an issuedat bevat een kern van waarheid • that has an element/a grain of truth (in it)6 kernidee • central/main/basic idea
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский