-
1 toast
n. geroosterd brood, toast; het uitbrengen van een toost, het drinken op..; (Slang) iemand in grote moeilijkheden (Bv.: "When my mom will see that you ate the last muffin, you are toast")--------v. roosteren, warmen; een toast instellen op; toastentoast1[ toost] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 iemand/iets waarop getoast wordt ⇒ gevierde schoonheid3 geroosterd(e) boterham/brood ⇒ toast♦voorbeelden:propose a toast to someone • een toast uitbrengen op iemand————————toast2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский