-
101 een uitdrukkelijk bevel
een uitdrukkelijk bevelan express command, a direct orderVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een uitdrukkelijk bevel
-
102 een vreemde taal beheersen
een vreemde taal beheersenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vreemde taal beheersen
-
103 eerbied afdwingen
eerbied afdwingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > eerbied afdwingen
-
104 eerbied
1 respect ⇒ 〈 achting〉 esteem, regard, 〈 diepe eerbied〉 reverence, 〈 diepe eerbied〉 veneration, 〈 diepe eerbied〉 worship♦voorbeelden:eerbied betonen/betuigen/bewijzen aan • show respect for/toward(s)iemand eerbied verschuldigd zijn • owe someone respectuit eerbied voor het leven • out of/in respect for lifeuit eerbied voor zijn leeftijd • out of consideration for his age -
105 gebod
♦voorbeelden:een gebod uitvaardigen • issue an order/injunctionde tien geboden • the Ten Commandments -
106 heft
♦voorbeelden:1 het heft uit handen geven • hand over control/the reinshet heft in handen nemen/hebben/houden • take/be in/remain in control/power/command -
107 het bevel op zich nemen
het bevel op zich nementake/assume commandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het bevel op zich nemen
-
108 het bevel voeren over een leger
het bevel voeren over een legerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het bevel voeren over een leger
-
109 het commando neerleggen
het commando neerleggenlay down/relinquish commandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het commando neerleggen
-
110 het commando voeren/hebben (over)
het commando voeren/hebben (over)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het commando voeren/hebben (over)
-
111 het gezag voeren over
het gezag voeren overVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het gezag voeren over
-
112 het heft in handen nemen/hebben/houden
het heft in handen nemen/hebben/houdentake/be in/remain in control/power/commandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het heft in handen nemen/hebben/houden
-
113 het opperbevel voeren
het opperbevel voerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het opperbevel voeren
-
114 hij staat te mijner beschikking
hij staat te mijner beschikkinghe is at my disposal/ 〈 voornamelijk ironisch〉 commandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij staat te mijner beschikking
-
115 hoofd
1 [lichaamsdeel] head3 [persoon] head6 [(van personen) leider, meerdere] head ⇒ chief, leader, 〈 school〉 principal (teacher), 〈 school〉 headmaster 〈 mannelijk〉, headmistress 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden:een hoofd groter/kleiner zijn (dan) • be a head taller/shorter (than)met een kaal/rood hoofd • bald-headed/red-faced〈 figuurlijk〉 iets het hoofd bieden • stand/face up to something 〈 moeilijkheden〉; meet, defy 〈 concurrentie, aanvallen〉het hoofd buigen • 〈 figuurlijk〉 bow one's head, give in/submit (to)het hoofd in de nek gooien • 〈 letterlijk〉 fling/throw/toss back one's head; 〈 figuurlijk〉 bristle/bridle up〈 figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • hang one's head, be downcasthet hoofd schudden bij/over • shake one's head at/overwat hangt ons nu weer boven het hoofd? • 〈 figuurlijk〉 what's hanging over our heads now?, what's in store for us now?〈 figuurlijk〉 hij groeit mij boven het hoofd • he's leaving me behind/standingheb je geen ogen in je hoofd! • can't you look where you're going?licht/zwaar in het hoofd zijn • be light-headed, have a heavy head〈 figuurlijk〉 met zijn hoofd in de wolken lopen • have one's head in the clouds; 〈 gelukkig zijn〉 walk on airiemand een verwijt naar het hoofd slingeren • hurl a reproach at someone('s head)het succes is hem naar het hoofd gestegen • success has gone to his head〈 figuurlijk〉 hij kreeg van alles naar zijn hoofd • 〈 figuurlijk〉 he had all kinds of abuse thrown at himeen beloning op iemands hoofd zetten • put a price on someone's headmen kon er wel over de hoofden lopen • it was choc-a-bloc with peopleiemand voor het hoofd stoten • offend someoneeen hoofd hebben als een boei • have a face as red as a beetroot2 uit het blote hoofd spreken • speak ad lib/off the cuff〈 figuurlijk〉 het hoofd verliezen/niet verliezen • lose/keep one's headhij heeft veel aan zijn hoofd • he has a lot of things on his mindje bent niet goed bij je hoofd! • you're out of your (tiny) minddat is mij door het hoofd gegaan/geschoten • it slipped my mindzich iets in het hoofd zetten • get something in(to) one's headhoe haalt hij het in zijn hoofd? • where does he get such an idea?zij kreeg het in haar hoofd om • she took it into her head tozoiets komt niet in mijn hoofd op • it would never enter my head/mind to do such a thingfeiten in zijn hoofd stampen • cramde drank stijgt hem naar het hoofd • the drink is going to his headiets uit het hoofd kennen • learn something by heart/roteik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • I know better than to do something crazy like thatiemand iets uit zijn hoofd praten • talk someone out of somethingdat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • I'd forget it if I were youuit het hoofd spelen/zingen • play/sing from memoryhet hoofd koel houden • keep one's head, stay level-headedper hoofd • per head/capitaper hoofd van de bevolking • per head of (the) population〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • so many men, so many opinions〈 figuurlijk〉 hij stelde zich aan het hoofd van de beweging • he assumed the leadership of the movementaan het hoofd staan van • be at the head of; 〈 leger〉 be in command of; 〈 bedrijf, departement〉 be in charge of7 hoofdbureau • head/main officehoofdingang • main entranceuit hoofde van zijn functie van/als • in his capacity as -
116 leiding
2 [bestuur] direction ⇒ 〈 van een onderneming〉 management, 〈 bestuurders ook〉 managers, 〈 bestuurders ook〉 (board of) directors, 〈 leiders〉 leadership4 [sport] [koppositie] lead♦voorbeelden:1 belast zijn met de leiding van de vergadering • preside over/chair the meetingonder zijn bekwame leiding • under his (cap)able leadershipleiding geven (aan) • direct 〈 werkzaamheden〉; lead 〈 team〉; manage, run 〈 bedrijf〉; govern 〈 volk, vereniging〉; preside over/chair 〈 vergadering〉iemand de leiding geven • put someone in chargewie heeft er hier de leiding? • who's in charge here?de jeugd heeft meer leiding nodig • young people need more guidanceleiding kunnen geven • have leadership qualitieszelf de leiding nemen • take matters/things into one's own handshet orkest onder leiding van A. • the orchestra conducted by A.3 bovengrondse/ondergrondse leiding • aboveground/underground pipes/cables; 〈 elektriciteit bovengronds〉 overhead wires, lineelektrische leiding • electric wire/cable; 〈 bedrading〉 (electric) wiring; 〈 hoofdleiding〉 electricity main(s); 〈 voor aanvoer stroom〉 power lineleidingen aanleggen in een huis • 〈 elektriciteit〉 wire a house; 〈 gas, water〉 install the pipes/piping in a houseAjax heeft de leiding met 2 tegen 1 • Ajax leads 2-1 -
117 machtig
1 [vermogen hebbend] powerful♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉2 [meester zijnd] competent (in)♦voorbeelden:1 een machtige hoop mensen • a huge/an enormous crowd2 een onderwerp (volkomen) machtig zijn • have (a) good command/a firm grasp of a subject1 [krachtig] powerfully♦voorbeelden:dat kost machtig veel geld • that costs a pretty penny/heaps of money -
118 meester
1 [iemand die macht/gezag heeft] master2 [iemand die een kunst volmaakt beheerst] master4 [juridisch] ±Master of Laws; 〈 afkorting〉 LL.M.5 [schaaksport] (international) master♦voorbeelden:1 zich meester maken van iets • take possession/control of somethingiets meester zijn • master somethingzichzelf niet meer meester zijn • no longer be in control of oneself2 de oude/Hollandse meesters • the old/Dutch masters〈 schertsend〉 hij is een meester in het verzinnen van uitvluchten • he's a master at dreaming up excuses -
119 meesterschap
2 [macht, gezag] mastery3 [graad] masterhood, mastership ⇒ master craftsmanship♦voorbeelden:1 dat is met meesterschap gedaan • that has been done with mastery/skill〈 figuurlijk〉 zijn meesterschap over de taal • his mastery/command of the language -
120 met bulderende stem iets bevelen
met bulderende stem iets bevelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met bulderende stem iets bevelen
См. также в других словарях:
command — vb Command, order, bid, enjoin, direct, instruct, charge mean to issue orders to someone to give, get, or do something. Command and order agree in stressing the idea of authority, command implying its more formal and official exercise {the… … New Dictionary of Synonyms
Command — may refer to: Command (computing), a statement in a computer language COMMAND.COM, the default operating system shell and command line interpreter for DOS Command (military formation), an organizational unit Command key, a modifier key on Apple… … Wikipedia
Command HQ — Developer(s) Ozark Softscape Publisher(s) Microplay Software Designer(s) Danielle Bunten Berry … Wikipedia
Command — Command слово на английском языке (рус. Команда), являющееся названием компьютерных терминов: Command шаблон проектирования, используемый при объектно ориентированном программировании, представляющий действие; COMMAND.COM … … Википедия
Command — Com*mand , n. 1. An authoritative order requiring obedience; a mandate; an injunction. [1913 Webster] Awaiting what command their mighty chief Had to impose. Milton. [1913 Webster] 2. The possession or exercise of authority. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
Command (3M) — Command торговая марка систем крепления, которые производятся международной компанией 3M. Продукция Command предназначена для закрепления на вертикальной поверхности предметов домашнего обихода и офисных принадлежностей. Уникальность… … Википедия
command — ● command nom masculin (de commander) Personne au nom de laquelle on se porte acquéreur ou adjudicataire. ● command (homonymes) nom masculin (de commander) comment adverbe ⇒COMMAND, subst. masc. DR. Acquéreur réel sur le commandement de qui un… … Encyclopédie Universelle
Command — Com*mand (?; 61), v. t. [imp. & p. p. {Commanded}; p. pr. & vb. n. {Commanding}.] [OE. comaunden, commanden, OF. comander, F. commander, fr. L. com + mandare to commit to, to command. Cf. {Commend}, {Mandate}.] 1. To order with authority; to lay… … The Collaborative International Dictionary of English
command — [kə mand′, kəmänd′] vt. [ME commanden < OFr comander < VL * commandare < L com , intens. + mandare, to commit, entrust: see MANDATE] 1. to give an order or orders to; direct with authority 2. to have authority or jurisdiction over;… … English World dictionary
command — I verb adjure, authorize, bid, call for, call upon, charge, compel, constrain, decree, demand, direct, direct imperatively, enact, exact, exercise authority, force, give directions, give orders, govern, have control, hominem iubere facere, homini … Law dictionary
command — ► VERB 1) give an authoritative order. 2) be in charge of (a military unit). 3) dominate (a strategic position) from a superior height. 4) be in a position to receive or secure: emeralds command a high price. ► NOUN 1) an authoritative order. 2) … English terms dictionary