-
1 format
n. opmaak. vormgeving; vorm; ontwerp; organisatievorm van gegevens (in computers); formaat--------v. formatteren (in computers - formatteren, een diskette of harde schijf indelen, lege sporen schrijven op een schijf)format1[ fo:mæt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (boek)formaat ⇒ afmeting, grootte♦voorbeelden:2 the programme was broadcast in a new format • het programma werd in een nieuwe formule uitgezonden————————format2 -
2 folio
n. folio; blad; boek in folio formaat[ foolie▪oo] -
3 duodecimo
n. (kleinste boekformaat) duodecima; klein boekje; formaat 12, grootte van pagina van boek gevormd door normaal drukpapier in 12 gedeelten te vouwen waarbij bladzijde in formaat 5 X 7 -
4 twelvemo
n. (kleinste boekformaat) duodecima; klein boekje; formaat 12, grootte van pagina van boek gevormd door normaal drukpapier in 12 gedeelten te vouwen waarbij bladzijde in formaat 5 X 7
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский