-
1 Beziehung
Beziehung〈v.; Beziehung, Beziehungen〉1 betrekking ⇒ relatie, verhouding4 houding, instelling♦voorbeelden:1 in, mit Beziehung auf die Zukunft • m.b.t. de toekomst3 in gewisser, keiner Beziehung • in zeker, geen enkel opzicht -
2 Dinge zueinander in Beziehung setzen
Dinge zueinander in Beziehung setzenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > Dinge zueinander in Beziehung setzen
-
3 in mancher Beziehung
-
4 zwei Dinge zueinander in Beziehung setzen
zwei Dinge zueinander in Beziehung setzenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > zwei Dinge zueinander in Beziehung setzen
-
5 anbahnen
anbahnen♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 eine neue Möglichkeit bahnt sich an • er ontstaat, opent zich een nieuwe mogelijkheid -
6 manch
♦voorbeelden:ich hatte manches erlebt • ik had een en ander, van alles beleefdmanch einer • menigeen -
7 setzen
setzen♦voorbeelden:1 hoch setzen • hoog, veel inzetten¶ setzen! • (gaan) zitten!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zetten, stellen, plaatsen ⇒ oprichten; vestigen; brengen♦voorbeelden:〈 sport en spel〉 einen Stein setzen • een steen verplaatsen, een zet doenden Stuhl an den Tisch setzen • de stoel bij de tafel zetten, schuivenzwei Dinge zueinander in Beziehung setzen • twee dingen met elkaar in verband brengenetwas in Brand setzen • iets in brand stekenetwas in Kraft setzen • iets in werking stelleneinen Text in Musik, in Noten setzen • een tekst op muziek, op noten zettenjemanden über einen andern setzen • iemand boven iemand anders plaatsenjemanden über den Fluss setzen • iemand de rivier overzetten(zu einem Verbrechen) eine hohe Strafe setzen • (op een misdaad) een zware straf stellenjemandem etwas als Aufgabe setzen • iemand iets tot taak stellenSalat setzen • sla uitzetten〈 informeel〉 gleich setzt es (et)was! • dadelijk zwaait er wat!1 gaan zitten, plaatsnemen2 zich plaatsen, zich zetten3 bezinken, neerslaan5 〈 aardrijkskunde〉zich zetten, inklinken♦voorbeelden:bitte, setzen Sie sich! • gaat u zitten!sich aufrecht, gerade setzen • rechtop gaan zittensich bequem setzen • er gemakkelijk bij gaan zittensich ans Fenster setzen • aan, bij het raam gaan zittensich aufs Rad setzen • op zijn fiets stappensich zu jemandem setzen • bij iemand gaan, komen zittensich auf eine andere Fahrbahn setzen • van rijstrook wisselen————————setzen!(gaan) zitten!
См. также в других словарях:
Beziehung — bezeichnet: der Bezug in einem Bezugssystem eine Relation der Ursache Wirkungs Zusammenhang; siehe Kausalität Relation (Mathematik) ein Strukturierungselement eines Entity Relationship Modells Gesellschaft: Soziale Beziehung Eltern Kind Beziehung … Deutsch Wikipedia
Beziehung — [Aufbauwortschatz (Rating 1500 3200)] Auch: • Verhältnis • Verwandtschaft Bsp.: • An dieser Schule besteht ein gutes Verhältnis zwischen Lehrern und Schülern. • Direkt außerhalb von Vall, Colorado, gelegen bietet Anderson Camps einen großartigen… … Deutsch Wörterbuch
Beziehung — (Math. u. Phil.), so v.w. Relation; daher Beziehungsbegriff, so v.w. Relativer Begriff … Pierer's Universal-Lexikon
Beziehung — Beziehung, s. Relation … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Beziehung — 1. ↑Connection, ↑Konnexion, ↑Rapport, ↑Relation, 2. Referenz … Das große Fremdwörterbuch
Beziehung — Angliederung; Vereinigung; Zuordnung; Zugehörigkeit; Kontakt; Konnex; Umgang; Verhältnis; Abhängigkeit; Zusammenhang; Verbindung; … Universal-Lexikon
Beziehung — Be·zie·hung die; , en; 1 eine Beziehung (zwischen etwas (Dat) und etwas (Dat)) ein bestimmter, oft ursächlicher Zusammenhang zwischen zwei oder mehreren Phänomenen <etwas steht in Beziehung zu etwas; etwas mit etwas in Beziehung bringen; etwas … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
Beziehung — die Beziehung, en (Grundstufe) eine Verbindung zwischen Menschen Beispiele: Sie haben ihre Beziehung nach einem heftigen Streit beendet. Wir hatten gute Beziehungen zu unseren Nachbarn. Die diplomatischen Beziehungen zwischen diesen beiden… … Extremes Deutsch
Beziehung — 1. a) Fühlung, Kontakt, Umgang, Verbindung, Verhältnis, Verkehr; (bildungsspr.): Konnex. b) Liebesverhältnis, Liebschaft, Romanze; (ugs.): Beziehungskiste, Techtelmechtel, Verhältnis; (abwertend): Liebelei; (bildungsspr. veraltend): Liaison. 2.… … Das Wörterbuch der Synonyme
Beziehung — beziehen, Beziehung ↑ ziehen … Das Herkunftswörterbuch
Beziehung — Be|zie|hung ; in Beziehung setzen … Die deutsche Rechtschreibung