-
1 wortelstok
-
2 wortelstok
корневой стержень, корневище -
3 rhizome
-
4 rhizomatous
adj. (Botanie) kenmerkend voor een wortel of wortelstok; met aard van wortel of wortelstok -
5 souche
souche [soesĵ]〈v.〉1 (boom)stronk ⇒ stobbe, knar5 strook ⇒ talon, stok♦voorbeelden:il resta comme une souche • er was geen beweging in hem te krijgenfaire souche • stamvader zijnf1) boomstronk2) wortelstok3) stamvader4) oorsprong5) stok -
6 elecampane
n. groot wild kruid met bloemen die op madeliefjes lijken en smalle kroonbladeren waarvan wortelstok in de geneeskunde wordt gebruikt -
7 rhizome
-
8 Rhizom
-
9 Wurzelstock
См. также в других словарях:
Wilderode — Wịlderode, Anton van, eigentlich Cyriel Paul Coupé [ku pe], flämischer Schriftsteller, * Moerbeke/Waas (Provinz Ostflandern) 28. 6. 1918; katholischer Priester; seine oft von der Antike und den heimischen Landschaften inspirierten Gedichte… … Universal-Lexikon