-
1 wolkje
♦voorbeelden:1 een wolkje melk in de thee • a dash/drop of milk in the tea -
2 wolkje
сущ.общ. облачко -
3 wolkje
n. cloudlet -
4 een wolkje melk in de thee
een wolkje melk in de thee -
5 er is geen wolkje aan de lucht
er is geen wolkje aan de lucht -
6 een wolkje melk in de thee
een wolkje melk in de theea dash/drop of milk in the teaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een wolkje melk in de thee
-
7 er is geen wolkje aan de lucht
er is geen wolkje aan de luchtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er is geen wolkje aan de lucht
-
8 er is geen wolkje aan de lucht
на небе ни облачка; всё в порядке* * *1. нареч.перен. всё в порядке2. прил.общ. на небе ни облачка -
9 ballon
-
10 bulle
bulle [buul]I 〈m.〉♦voorbeelden:¶ (papier) bulle •〈 goedkoop, geel papier〉II 〈v.〉1 bel(letje) ⇒ lucht-, gas-, zeepbel♦voorbeelden:faire des bulles • bruisen, borrelen1. mgrof, goedkoop en geel papier2. f1) luchtbel, gasbel2) tekstballon, wolkje3) blaas -
11 wolk
♦voorbeelden:een wolk sprinkhanen • un nuage de sauterelleseen wolk van stof • un nuage de poussièrede wolken pakken zich samen • les nuages s'amoncellentiemand tot in de wolken verheffen • porter qn. aux nuesin de wolken zijn • être aux angesmet het hoofd in de wolken lopen • 〈 bij hogere zaken〉 être dans les nuages; 〈 gelukkig〉 être aux angesde lucht is met wolken bedekt • le ciel est couvert (de nuages)uit de wolken vallen • tomber des nues -
12 всё в порядке
-
13 на небе ни облачка
prepos.Russisch-Nederlands Universal Dictionary > на небе ни облачка
-
14 облачко
ngener. wolkje -
15 plume
n. pluim--------v. de veren gladstrijken; zich laten voorstaan op; met veren bedekken (vogels)plume1[ ploe:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pluim ⇒ sliert, wolkje♦voorbeelden:————————plume2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
16 waft
n. dragen, voeren, brengen, doen drijven (op de wind)--------v. zweven, waaien; voeren, dragenwaft1[ woft] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————waft21 zweven ⇒ drijven, waaien1 voeren ⇒ dragen, doen zweven -
17 nuage
nuage [nuu.aazĵ]〈m.〉♦voorbeelden:nuage de poussière • stofwolknuage artificiel • rookgordijnêtre dans les nuages • verstrooid zijn, in hogere sferen zijnbonheur sans nuage • wolkeloos gelukm -
18 soupçon
soupçon [soepsõ]〈m.〉1 verdenking ⇒ argwaan, achterdocht3 schijn ⇒ greintje, beetje♦voorbeelden:être à l'abri de tout soupçon, au-dessus de tout soupçon • boven elke verdenking verheven zijnpas un soupçon d'ironie • geen spoor van ironiem1) verdenking2) vermoeden3) beetje, greintje -
19 nuage de lait
nuage de lait -
20 un soupçon de lait
un soupçon de lait
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Tag — 1. Alen Doach hîsch, äs mäkest hîsch; un Sangtich hîsch, dâd äs hîsch. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 368. 2. All Dag is ken Joarmarkt. (Strelitz.) 3. All Dage is kîn Sonndag (kîn Karkmess, sün kîn Fangeldage). (Oldenburg.) 4. All Doag wat Nîgs … Deutsches Sprichwörter-Lexikon