-
1 wispelturigheid
n. inconstancy, fickleness -
2 inconsistance
inconsistance [ẽkõsiestãs]〈v.〉1 inconsequentie ⇒ onvastheid, wispelturigheidfinconsequentie, wispelturigheid -
3 inégalité
-
4 légèreté
légèreté [leezĵertee]〈v.〉1 lichtheid ⇒ luchtigheid, lenigheid2 lichtvaardigheid ⇒ onnadenkendheid, onbezonnenheid♦voorbeelden:légèreté de style • vlotte stijlavec légèreté • licht, luchtig, lenigf1) lichtheid2) onbezonnenheid, wispelturigheid -
5 caprice
-
6 inconstancy
n. veranderlijkheid, wispelturigheid -
7 capriciously
adv. met wispelturigheid -
8 capriciousness
n. wispelturigheid, grilligheid -
9 fickleness
n. onbestendigheid, wispelturigheid, grilligheid -
10 flightiness
n. grilligheid; wispelturigheid, wuftheid; halfgaar zijn -
11 variation
variation [vaarjaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:1 variations d'humeur • humeurigheid, wispelturigheidvariations de l'orthographe • spellingverschillenvariations de température • temperatuurschommelingenf1) verandering, wijziging2) afwisseling3) afwijking -
12 inconstance
-
13 papillonnage
papillonnage [paapiejonnaazĵ],papillonnement [paapiejonmã]〈m.〉 -
14 variations d'humeur
variations d'humeurhumeurigheid, wispelturigheid -
15 versatilité
-
16 onbestendigheid
♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onbestendigheid
-
17 Wechselbad
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский