-
1 warrig
♦voorbeelden:een warrig mens • un esprit brouillon -
2 warrig
♦voorbeelden:een warrig mens • a scatterbrain -
3 warrig
прил.общ. несговорчивый, упрямый -
4 warrig
I.verworrenII.wirr -
5 een warrig mens
een warrig mens -
6 een warrig mens
een warrig mensVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een warrig mens
-
7 ragged hair
warrig haar, haar dat niet gekamd is -
8 scatty
adj. gek, dwaas, warrig (slang)1 gek ⇒ daas, warrig -
9 несговорчивый
-
10 упрямый
adjgener. koppig, stijf, steeg, balsturig, bokachtig, bokkerig, bokkig, dwars, halsstarrig, hardhoofdig, hardnekkig, hoofdig, obstinaat, onhandelbaar, onwillig, stijfhoofdig, stijfzinnig, warrig, weerbarstig -
11 mixed
adj. gemengd; gemixed; warrig[ mikst]♦voorbeelden:technology is a mixed blessing • de technologie heeft voor- en nadelendon't tell this joke in mixed company • vertel deze mop maar niet waar dames bij zijnmixed metaphor • meestal lachwekkende vermenging van twee beelden in één -
12 muddleheaded
-
13 scatterbrained
-
14 woolly
adj. wollen, van wol; onduidelijk, vaag, wollig--------n. Wollen ondergoed; wollen trui, wollen vestwoolly1, 〈 Amerikaans-Engels spelling ook〉 wooly [ woelie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: woollies〉 〈 voornamelijk meervoud〉1 wolletje ⇒ trui, wollen kledingstuk/ondergoed————————woolly21 wollen ⇒ wollig, van wol2 onduidelijk ⇒ vaag, wollig, warrig -
15 addlepated
adj. warrig, warhoofdig, dom, beduusd, verbijsterd -
16 ditsy
adj. (Slang)dom; warhoofdig, warrig; vluchtig; onverantwoordelijk -
17 ditzy
adj. (Slang) idioot; warhoofdig, warrig; opzichtig; onverantwoordelijk; -
18 unkemptly
adv. warrig (haar) -
19 brouillon
-
20 inorganisé
inorganisé [ienorgaaniezee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:
Страницы
- 1
- 2