-
1 voorzitten
♦voorbeelden:1 wie wil (er) voorzitten? • qui se charge de la présidence?1 [vooraan zitten] être assis devant2 [beoogd zijn] présider (à)♦voorbeelden:2 wat heeft daarbij voorgezeten? • quel a été le but de l'opération? -
2 voorzitten
-
3 voorzitten
гл. -
4 voorzitten
presidiáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > voorzitten
-
5 voorzitten
v. preside -
6 voorzitten
быть председателем, председательствовать zat voore.OVT.imp. zaten voorm.OVT.imp. heeft voorgezetenVTT.pref. -
7 voorzitten
présider -
8 voorzitten
presidiá -
9 wie wil (er) voorzitten?
wie wil (er) voorzitten?qui se charge de la présidence? -
10 een vergadering voorzitten
een vergadering voorzittenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vergadering voorzitten
-
11 een vergadering voorzitten/leiden
een vergadering voorzitten/leidenchair a meeting, preside at/over a meetingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vergadering voorzitten/leiden
-
12 chair
n. stoel; zetel--------v. voorzitter zijn; vergadering leiden; de zetel bezettenchair1[ tsjeə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:take a chair • ga zitten————————chair2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
13 präsidieren
präsidieren♦voorbeelden: -
14 председательствовать
vgener. presideren, voorzitten (bij-íà)Russisch-Nederlands Universal Dictionary > председательствовать
-
15 be in/take the chair
be in/take the chair -
16 chair a meeting
-
17 preside at/over a meeting
preside at/over a meeting -
18 preside
-
19 présidence
-
20 présider
présider [preeziedee]1 toezien (op) ⇒ regelen, leiden (bij)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 voorzitten ⇒ leiden, voorzitter zijn vanv1) toezien (op)2) voor-zitten
- 1
- 2