-
1 voice
n. stem; uitdrukking; taal--------v. uiten, uitdrukking geven aanvoice1[ vojs] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 stem ⇒ (stem)geluid; uiting; mening♦voorbeelden:give voice to • uitdrukking geven aanI have no voice in this matter • ik heb niets te zeggen/geen stem in deze aangelegenheidhe has lost his voice • hij is zijn stem kwijtin (good) voice • goed bij stem〈 formeel〉 with one voice • eenstemmig, unaniem2 active/passive voice • bedrijvende/lijdende vorm————————voice2〈 werkwoord〉1 uiten ⇒ uitdrukking geven aan, verwoorden
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Все языки
- Нидерландский
- Сербский