-
1 verzweren
1 fester, go septic -
2 verzweren
нагноиться, изойти гноем* * *гл.общ. отрекаться, нарывать, поклясться, нагнаиваться -
3 verzweren
v. fester, ulcerate, suppurate -
4 нагнаиваться
vgener. verzweren -
5 нарывать
vgener. verzweren, zweren, dragen, uitzweren, ulcereren -
6 отрекаться
vgener. herroepen (от своих слов), loochenen (от чего-л.), verzweren, afzweren, achteruitkrabbelen (от своих слов, обещаний и т.п.), afstand doen van (от чего-л.), renonceren, resigneren, verzaken -
7 поклясться
vgener. verzweren, de gelofte afleggen -
8 fester
n. verzwering--------v. verzweren, veretteren, verrotten, invreten; irriteren, knagen[ festə] -
9 ulcerate
v. zweren, verzweren; doen zweren[ ulsəreet] 〈zelfstandig naamwoord: ulceration〉 -
10 нагнаиваться
vgener. verzweren -
11 нарывать
vgener. verzweren, zweren, dragen, uitzweren, ulcereren -
12 отрекаться
vgener. herroepen (от своих слов), loochenen (от чего-л.), verzweren, afzweren, achteruitkrabbelen (от своих слов, обещаний и т.п.), afstand doen van (от чего-л.), renonceren, resigneren, verzaken -
13 поклясться
vgener. verzweren, de gelofte afleggen -
14 verzwering
-
15 verzwering
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский